Hoewel ze onderweg meermaals worden aangevallen door lokale stammen, zetten ze hun zoektocht naar goud voort.
In november bereikt Cortés de Azteekse hoofdstad Tenochtitlan, waar zeker 140.000 mensen wonen. De heerser van de stad, Moctezuma, heet Cortés aanvankelijk welkom, maar door religieuze meningsverschillen ontstaat er al snel een conflict.
Dat leidt tot een bloedige strijd om de macht over het Azteekse rijk. De strijd eindigt op 13 augustus 1521, als Cortés en zijn mannen zegevieren en het grote rijk ten onder gaat.
CONCLUSIE: Spanjaarden overdreven hun prestatie na de verovering
Cortés landde inderdaad in het huidige Mexico met circa 500 soldaten (en 100 zeelieden), maar er was een veel groter leger nodig om Tenochtitlan te veroveren en de Azteken te onderwerpen.
De pokkenuitbraak eind 1520 verzwakte het verzet aanzienlijk, maar niet genoeg voor Cortés om de hoofdstad zonder hulp in te nemen.
Hij ging daarom allianties aan met andere stammen die tot dan toe de Azteken hadden gediend. Cortés besefte dat veel van die stammen niet dol waren op de Azteken, die tribuut vroegen.
De allianties hielpen Cortés aan de overwinning, maar hij had er geen belang bij de eer te delen. Zo ontstond de mythe van de 500 Spanjaarden die het grote Azteekse rijk veroverden.
OORDEEL VAN DE MYTHEKRAKERS:
Voor de verovering waren zeker 100.000 man nodig.