Nieuwe vondst: Azteken speelden bloedig balspel
De Azteken staan vooral bekend om hun dodelijke rituelen. Nu is er in Mexico-Stad nog een bloedig restant van hun gloriedagen opgedoken.

Archeoloog Raul Barrera van het Nationaal Instituut voor Antropologie en Geschiedenis in Mexico staat hier bij de restanten van een Azteeks speelveld.
Toen Mexico in 1985 werd getroffen door een aardbeving, stortte onder andere een hotel in het centrum van Mexico-Stad in.
In de ruïne werd een macabere verrassing uit het verleden ontdekt.
In eerste instantie leek het erop dat er alleen resten van een enorme Azteekse tempel onder het verwoeste hotel lagen, maar na vele jaren van opgravingen zijn ook een sportveld en de nekwervels van 32 mensen blootgelegd.
Mensenoffers hoorden bij het spel
Het speelveld was oorspronkelijk 50 meter lang en werd samen met de bijbehorende tempel gebouwd in de tijd van de Azteekse keizer Ahuizotl, die regeerde van 1486 tot 1502.
Diverse historische bronnen beschrijven het bloedige balspel van de Azteken dat hier werd gespeeld, en daarom is bekend dat de deelnemers alleen hun heupen mochten gebruiken om de bal in de lucht te houden – en dat mensenoffers een belangrijke rol speelden. Dat vertelt archeoloog Raul Barrera aan Reuters:
‘De nekwervels zijn ongetwijfeld afkomstig van mensen die in het kader van het spel zijn geofferd of onthoofd.’
De rest van de spelregels zijn echter niet bekend.
LEES OOK: Spanjaarden vernielden Aztekenhoofdstad
Hernán Cortés zag het spel
De Spaanse veroveraar Hernán Cortés zou het spel in 1528 met eigen ogen hebben gezien, toen hij door de laatste Azteekse keizer, Montezuma, werd uitgenodigd om een potje bij te wonen – misschien zelfs wel op het veld dat onder het Mexicaanse hotel is gevonden.
Zowel het speelveld als de tempel wordt binnenkort opengesteld voor bezichtiging.