Indianen boorden in schedels

De indianen van Zuid-Amerika waren uitstekende chirurgen, die verschillende methoden beheersten om schedels te openen, zo blijkt uit een vondst in Peru.

Indianen boorden in schedels

Uit onderzoek naar 32 skeletten in Peru blijkt dat artsen uit het Waririjk stelselmatig schedelboringen of trepanaties uitvoerden.

De beenderen zijn in een grottenstelsel in Zuid-Peru gevonden door een team archeologen onder leiding van Danielle Kurin van de University of California. De overblijfselen stammen van rond het jaar 1000, toen de Wari-indianen lichamelijke en geestelijke aandoeningen behandelden door de schedel chirurgisch te openen.

Indianen oefenden op schedels

De 32 skeletten vertonen sporen van 45 ingrepen, en volgens Kurin hebben de chirurgen op een aantal van de schedels geoefend. Zo zijn sommige gaten met een mes gemaakt en andere met een handboor. Eén schedel heeft verschillende soorten gaten.

"Je kunt je voorstellen dat een aanstaande arts met zijn boor oefende en telde hoe vaak hij hem rond moest draaien om door het bot te komen zonder de hersenen te beschadigen," aldus Danielle Kurin.

Het Waririjk beleefde zijn bloeitijd tussen 600 en 1100.

Patiënt ging dood: Een mes is gebruikt om het gat te maken. De ingreep werd afgebroken omdat de patiënt overleed.

Patiënt overleefde: Een boor maakte dit gat in een ontstoken bot. De ingreep moest de pijn van de infectie verzachten.

Patiënt overleefde – en stierf: Meerdere methoden zijn toegepast. De patiënt overleefde één ingreep, maar niet de laatste.