Staatsbibliothek Berlin/Schacht

Hoe groot was het Mongoolse Rijk?

Het Mongoolse Rijk had in zijn hoogtijdagen 100 miljoen inwoners en strekte zich uit van Oost-Europa tot Japan en van Siberië tot het Midden-Oosten.

Het Mongoolse Rijk ontstond op de steppen van Centraal-Azië en groeide in de 13e eeuw uit tot het grootste aaneengesloten rijk aller tijden.

Op zijn hoogtepunt had het 100 miljoen inwoners en strekte het zich uit van Siberië tot het Midden-Oosten.

In 90 jaar van stam tot wereldrijk

© Bridgeman

Dzjengis Khan (1206-1227)

In 1206 verenigt Dzjengis Khan, zoon van een stamhoofd, de Mongolen. Hij begint een oorlog en verovert in 20 jaar grote delen van China, Rusland en Perzië. Hij dringt door tot in Oost-Europa.

© Bridgeman

Ögedei Khan (1227-1241)

Na Dzjengis’ dood zet zijn zoon Ögedei de gebiedsuitbreiding voort. Terwijl de Mongolen Polen, Kroatië en Hongarije belegeren, sterft Ögedei, en het leger keert terug om een nieuwe leider te kiezen.

© Bridgeman

Koeblai Khan (1260-1294)

Het rijk raakt verzwakt door interne machtsstrijd tot Koeblai, een kleinzoon van Dzjengis, als sterkste uit de bus komt. Onder hem bereikt het rijk zijn maximale omvang: de Mongolen veroveren heel China en grote delen van het Midden-Oosten. Na Koeblais dood begint een nieuwe machtsstrijd en wordt het rijk in vier stukken gedeeld.

Het succes was te danken aan Dzjengis Khan, die een uiterst gedisciplineerd en mobiel leger had opgezet. De Mongolen ontwikkelden telkens nieuwe technieken waardoor ze snel konden omschakelen van oorlog te paard naar belegeringen.