De stad, Yaoheyuan, dateert uit de vroegste periode van de Zhou-dynastie, van 1046 tot 771 v.Chr. Ze ligt in het noordwesten van het land, waar de ontwikkeling begon die van China één keizerrijk maakte.
Paarden gaven macht en status
Tot nu toe zijn de overblijfselen van een stadsmuur, een paleis, een bronsgieterij, keramiekvormen en kunstvoorwerpen blootgelegd.
Maar het interessantst zijn de vele offergraven met menselijke en dierlijke resten van onder andere paarden, ossen, geiten, schapen, kippen, honden en konijnen.
Zes offergraven met paarden vallen bijzonder op. De paarden zijn letterlijk op elkaar gestapeld. In totaal zijn de skeletten van 120 paarden gevonden, waaronder meerdere veulens.
De vele paardenoffers laten zien dat er in Yaoheyuan mensen leefden met veel macht en rijkdom. Want paarden speelden een cruciale rol in de oorlog en de landbouw.
‘Het offeren en consumeren van paarden toont niet alleen de rijkdom en status van Yaoheyuan, maar geeft ook aan dat paarden in overvloed aanwezig waren in de regio,’ schrijven de archeologen. ‘Paarden behoorden tot de belangrijkste hulpbronnen van het rijk.’
De onderzoekers hopen dat verdere verkenning van de stad nieuwe inzichten zal opleveren in het gebied en zijn relatie tot de keizerlijke staat.
‘De bevindingen bieden belangrijke nieuwe informatie die we kunnen gebruiken om het politieke en culturele landschap van Noordwest-China in kaart te brengen,’ schrijven de onderzoekers in het tijdschrift Antiquity.