Al in de jaren 1990 werden de eerste skeletten uit de steentijd ontdekt in Honghe. Er zijn veel nederzettingen uit de steentijd in het gebied, en sinds 2013 zijn er zes opgravingen gedaan.
Tijdens de laatste vonden archeologen 68 skeletten in twee huizen en drie graven, waaronder 41 zonder hoofd. Alle skeletten waren 4100 tot 4400 jaar oud. Er was echter één element van het gruwelijke bloedbad dat archeologen verbaasde – alle slachtoffers waren vrouwen of kinderen.
Hoofden mogelijk ritueel verwijderd
Koppensnellen is bekend uit de steentijd in Azië en is een praktijk waarbij hoofden van de vijand worden afgehakt als trofee of om de levenskracht van de dode over te nemen. Vaak hakten krijgers de hoofden af van vijanden die een nederlaag hadden geleden.
De nieuwste opgraving duidt er echter op dat de belagers in Honghe het op vrouwen en kinderen gemunt hadden, wat resulteerde in een ‘conflict met een grote mate van wreedheid’, aldus de onderzoekers in de studie gepubliceerd in het tijdschrift Archaeological and Anthropological Sciences.
Aan de drie loopgraven van de nederzetting te zien, waren er regelmatig conflicten tussen het Honghe-volk en naburige stammen.
De meeste inwoners van de nederzetting waren waarschijnlijk boeren, vissers en jagers. Onderzoekers denken dat een rivaliserende stam achter vrouwen en kinderen aan ging om de basis van het dagelijks leven van de Honghe weg te nemen. De belagers namen de hoofden mee als trofeeën.
Misschien werkten de mannen tijdens de aanval elders en keerden ze nietsvermoedend terug – waarna ze de afgeslachte lichamen van hun geliefden zullen hebben aangetroffen. Vervolgens begroeven ze die in de huizen en verlieten ze de nederzetting.
De onderzoekers opperen ook dat de belagers hun slachtoffers mogelijk hebben geselecteerd voor een ‘ritueel van selectieve onthoofding’.
‘Hoofden van vijandelijke stammen werden gezocht voor specifieke rituelen die gericht waren op het vangen of bezitten van de ziel en energie van de vijanden,’ vertelde Qian Wang, coauteur van het onderzoek, aan Live Science. Voor het ritueel waren mogelijk de hoofden van vrouwen en kinderen nodig.
De skeletten hadden snijtekens op de nekwervels en soms V- en U-vormige sporen op de tweede nekwervel. De aanvallers gebruikten stenen messen met benen heften.
Naast de vele skeletten vond het team ook de schedels van vier mannen in een graf bij een van de huizen van de nederzetting. Dit kunnen trofeeën zijn geweest die leden van het Honghe-volk zelf hadden meegenomen van een andere vijandelijke stam.