Er schalt gekrijs van een kind door de straten van de stad Xiamen in China. Het dringt ook door tot in het huis van de Engelse zendeling John MacGowan, die zijn vrouw Jane geschrokken aankijkt. Een buurvrouw bindt de voeten van haar dochter in, legt ze haar man uit.
John werkt al bijna 20 jaar in China, sinds 1863, maar hij heeft nooit kunnen wennen aan het gebruik om voeten in te binden. Als het gegil aanzwelt, wordt het Jane MacGowan te veel.
‘Ik kan dit niet meer aanhoren,’ roept ze, en ze stormt naar buiten. Buiten spelen kinderen tikkertje en staan vrouwen te kletsen. Niemand slaat acht op de kreten uit het huis.
Als Jane MacGowan naar binnen gaat, ziet ze hoe de vrouw des huizes een verband legt om de voet van haar dochter. Het klemt de tenen onder de voetzool. Telkens als ze er een nieuwe laag verband om windt, schreeuwt het meisje het uit.
De Britse smeekt haar buurvrouw te stoppen. ‘Als Engelse vrouw begrijpt u de last die wij Chinese vrouwen dragen niet,’ luidt het antwoord. ‘Zonder ingebonden voeten zou mijn dochter uitgelachen en als een slavin behandeld worden.’
De moeder vraagt haar dochter of ze wil dat ze ophoudt, maar het kind schudt met betraande ogen haar hoofd. Ontdaan verlaat MacGowan het huis, maar na dit voorval start het Britse echtpaar een campagne tegen deze pijnlijke traditie.
Op dat moment verminkten Chinese moeders al 900 jaar de voeten van hun dochter om hun status te verhogen en hun een goede echtgenoot te bezorgen.
‘Zonder ingebonden voeten zou mijn dochter als een slavin behandeld worden.’ Chinese moeder, rond 1883
Pikante dans ontketent een rage
De oorsprong van het Chinese gebruik van voetinbinding is in de nevelen van de geschiedenis gehuld. Volgens de legende was keizer Li Yu, die van 961 tot 976 over het zuidelijke Tang-rijk heerste, diep onder de indruk toen zijn concubine Yao Niang op haar kleine voetjes danste.
‘De ranke, mooie Yao Niang was een bekwame danseres. De keizer had Yao Niang gevraagd haar voeten in te pakken in zijde en ze slank en klein te maken, omhoog gebogen als de nieuwe maan,’ schreef de latere chroniqueur Zhou Mi in de 13e eeuw.
Met de steun van zijden verbanden kon Yao Niang als een balletdanseres op haar tenen rondhuppelen, wat de keizer bijzonder opwond.
Om bij hem in de gunst te komen, deden de andere concubines en danseressen van het hof haar na. Ze zwachtelden hun voeten strak in, want smalle voetjes golden als mooi en vrouwelijk.
Op hun ingebonden voeten konden de vrouwen niet natuurlijk lopen: ze moesten kleine pasjes maken. Mannen zagen dat als onderdanig en aantrekkelijk, waardoor dames van stand in heel China de rage binnen de kortste keren omarmden.
In de Aziatische traditie staat de lotusbloem voor zuiverheid en kuisheid, en de ingebonden voeten kwamen daarom bekend te staan als lotusvoeten. Om hun voeten zo mooi mogelijk te maken, lieten de dames van adel het verband er de hele dag omheen zitten.
Elke dag werd het een stukje verder aangetrokken, en uiteindelijk konden de vrouwen niet meer zelfstandig lopen, maar moesten ze ondersteund of rondgereden worden. Zo konden ze ook laten zien dat ze rijk genoeg waren om niet zelf te hoeven lopen.
‘Als adellijke vrouwen naar buiten willen, moeten ze een draagstoel gebruiken. Ze hebben hun voeten dan ook niet nodig,’ stond te lezen in de Geschiedenis van de Liao uit 1344. De oostelijke Liao-
dynastie bestond van 916 tot 1125.
Botten groeiden nooit meer aan elkaar

Tenen gebroken
Als eerste werden de vier kleine tenen onder de voetzool gebogen. De teenbotjes braken vaak en werden met een verband in deze onnatuurlijke positie gehouden, waardoor ze niet meer aan elkaar groeiden.

Voet wordt korter
Om de voet korter te maken, werd het hielbeen naar de voetrug gebogen. Vanaf de andere kant werden de middenvoetsbeentjes naar boven gedrukt. Zo raakten de hiel en voet elkaar en ontstond er een boog.
Minivoetjes geven status
In de 12e eeuw werden lotusvoetjes een wijdverbreid statussymbool onder de elite.
Als een man echtgenotes en concubines met ingebonden voeten had, liet hij zien dat hij modebewust was en dat hij genoeg geld had om zijn strompelende vrouwen van bedienden te voorzien, zodat ze niet hoefden te lopen.
Vrouwen met lotusvoeten waren ook minder losbandig volgens Zhu Xi, een gouverneur van de Song-dynastie (1130-1200). Als hun voeten ingebonden waren, konden ze niet rondstruinen op zoek naar een avontuurtje.
Bovendien was voetinbinding een manier om ‘de Chinese cultuur te verspreiden en een scheiding tussen mannen en vrouwen te bewerkstelligen,’ aldus de gouverneur.
Zhu Xi verplichtte alle vrouwen in zijn prefectuur Chang hun voeten in te binden. Als een vrouw weigerde, werden haar voetzolen met een stok bewerkt.
De vrouwen uit Chang die aan het gebod hadden voldaan, moesten de rest van hun leven met een stok in elke hand lopen. Begrafenissen en andere ceremonieën stonden bekend als ‘wouden van stokken’ omdat alle vrouwelijke aanwezigen met behulp van stokken liepen.
In het oude China was een vrouw rond haar 13e van huwbare leeftijd. Meisjes met lotusvoetjes werden als onderdanig gezien en golden daarom als geschikte bruiden.

Voetinbinding was een gecompliceerde ingreep waar veel voor nodig was.
- Verband
- Kruidendoosje
- Poeder voor zachte voeten
- Gekleurd verband
- Verbanddoosje
Een van de belangrijkste ‘taken’ van een vrouw was het vinden van een geschikte echtgenoot. Als ze ongetrouwd bleef of onder haar stand trouwde, was dat een schande voor haar hele familie.
In alle geledingen van de Chinese samenleving werd er gestreden om de beste huwelijkspartners, en de traditie van voetinbinding sloeg in de 13e eeuw over naar de middenklasse.
Hoewel het gebruik zeer pijnlijk was voor meisjes, gehoorzaamden ze hun ouders, want alleen met kleine voetjes konden ze boven hun stand trouwen.
Veel ouders vonden dat ze hun dochters geen goede kansen meegaven als ze hun voeten niet inbonden. Wie als vrouw natuurlijke voeten had, stond onderaan in de hiërarchie.
De traditie was zo diepgeworteld dat ze in stand bleef toen de Mongolen in 1279 het Song-rijk veroverden en de Yuan-dynastie stichtten. De ruiters uit het noorden eisten niet van vrouwen dat ze hun voeten inbonden, maar ouders bleven hun dochters verminken uit angst dat ze geen goede man zouden krijgen.
‘Voetinbinding is wijdverbreid in het hele rijk. Mensen die er niet aan doen, schamen zich,’ merkte de schrijver Tao Zongyi in de 14e eeuw op.

Smalle steegjes, hutong, komen in veel oude Chinese steden voor.
Architectuur werd aangepast aan strompelende vrouwen
Lotusvoetjes veranderden de woninginrichting, zo stelde de historicus Zhao Yi (1727-1814).
Volgens hem zaten de Chinezen in de 10e eeuw op lage, rechthoekige stoelen, maar omdat vrouwen met ingebonden voeten moeilijk konden knielen, maakten de lage meubels in de loop der jaren plaats voor hoge stoelen en tafels.
Ook de Chinese huizen veranderden. Woningen hadden nog maar één verdieping omdat vrouwen met lotusvoetjes niet goed konden traplopen.
Ook smalle steegjes waren handig omdat deze vrouwen dan tegen de muren konden steunen.
Puntige schoenen zijn sexy
Het inbinden van de voeten van een meisje was een taak van de moeder. Met vaste hand duwde ze de vier kleine tenen onder de voetzool en wikkelde ze verbanden om de voet om de onnatuurlijke stand vast te houden.
Als het meisje gilde van de pijn, kreeg ze te horen dat vrouwen met ongebonden voeten op straat werden nageroepen met scheldwoorden als ‘eendenpoot’ en ‘lotusboot’.
Elke dag werden de verbanden ververst, en de nieuwe werden nog strakker aangetrokken, net zo lang tot het meisje op een soort hoeven liep. Dit proces kon wel zes jaar in beslag nemen. Voetjes van onder de 10 centimeter lang waren het ultieme doel.
Die werden ‘gouden lotusvoeten’ genoemd, en wie ze had, genoot veel respect binnen de familie, maar werd ook bewonderd door andere vrouwen vanwege de pijnen die ze had doorstaan.
Voeten van meer dan 10 centimeter waren ‘zilveren lotusvoeten’, en vanaf 12,5 centimeter was er sprake van ‘ijzeren lotusvoeten’, die een stuk minder aantrekkelijk waren. Het resultaat hing af van de natuurlijke grootte van de voeten en het talent van de moeder.
Met geborduurde zijden schoentjes leerde een meisje lopen met piepkleine pasjes zonder voorover te vallen. De punt van de schoentjes stak onder de rok uit als meisjes liepen.
Alleen al de aanblik van zo’n punt was genoeg om een man op te winden, en kuise meisjes hielden ze verborgen als ze gingen zitten. Toen de Yuan-dynastie in 1368 viel en China verenigd werd onder de Ming, leefde de oude traditie weer op.
Nu werden de voeten van meisjes van drie of vier jaar oud al ingebonden. Op die leeftijd zijn de voeten soepel en kneedbaar. Moeders negeerden de pijnkreten, want gouden lotusvoeten zouden het aanzien van de familie flink verhogen.
‘Na het gezicht is de voet het belangrijkste lichaamsdeel. Als je dit gebruik niet volgt, word je uitgelachen,’ merkte historicus Hu Yinglin in de 16e eeuw op.
Voetenzweet was erotisch
Lotusvoeten waren het hele leven ingebonden. Elke week werden ze gewassen met geparfumeerd water en werden de verbanden vernieuwd.
Als een vrouw ze niet bleef inbinden, begonnen de botjes recht te trekken, wat zeer pijnlijk was.
En als ze de verbanden te strak aantrok of haar voeten niet goed schoonhield, liep ze het risico op koudvuur vanwege een slechte doorbloeding en schimmels.
Tegen de stank werd parfum gebruikt. Maar de welriekende zijden schoentjes konden niet verhullen dat lotusvoeten er niet uitzagen, aldus Hu Yinglin.
‘De ingebonden voet ziet er vanbuiten goed uit, maar vanbinnen is het weefsel droog en versteend, om niet te zeggen weerzinwekkend en vies,’ schreef hij.
Dit was niet het enige kritische geluid, maar het gebruik bleef bestaan. Het was een vast onderdeel van de Chinese cultuur geworden, en veel mannen vonden de minivoetjes heel opwindend.
‘Die geitachtige voet, die mannen om merkwaardige redenen bewonderen.’ Alicia Little, Intimate China, 1899
Als een man wilde weten of een vrouw een oogje op hem had, kon hij iets voor haar laten vallen, en als hij bukte om het op te rapen, raakte hij ‘per ongeluk’ haar voet aan.
Als ze die niet met een gilletje terugtrok, wist hij dat zij ook geïnteresseerd was. De huwelijksnacht was dan ook extra spannend, want dan toonde de bruid voor het eerst haar ingebonden voeten aan haar kersverse echtgenoot.
Terwijl nette dames hun voeten verstopten, konden mannen prostituees betalen om hun verbanden af te doen. Voor de klanten was het zien en aanraken van de ontblote lotusvoetjes zeer opwindend.
Sommige Chinese mannen snoven zelfs aan de verwijderde zwachtels. Het geurmengsel van schimmel, parfum en zweet rook misschien niet heel lekker, maar was wel erotisch prikkelend.

Chinese sekshandboeken bevatten vaak humoristische illustraties.
Lotusvoetjes wonden mannen op
Veel Chinese mannen hadden een fetisj voor ingebonden voeten. Ze waren dol op de bijzondere geur van zweet en dode huid en konden niet wachten om de voeten te zien tijdens de huwelijksnacht.
Lotusvoeten zijn nationaal symbool
De traditie van de voetinbinding steeg tot nieuwe hoogten toen de Mantsjoes de Ming-dynastie in 1644 van de troon stootten en China bij de Qing-dynastie inlijfden.
Het volk uit Mantsjoerije in het hoge noorden wilde van alle inwoners Mantsjoes maken. Zo moesten Chinese mannen net als de Mantsjoes hun hoofd kaalscheren, afgezien van een plukje of een vlecht.
En de nieuwe machthebbers zagen voetinbinding als een ouderwets en barbaars gebruik. ‘Degenen die verlangen dat vrouwen hun voeten inbinden, hebben het hart op de verkeerde plaats, al zijn ze onderdanen van onze dynastie,’ zeiden ze.
De Mantsjoes zetten een zware straf op het hebben van lotusvoeten: ze werden afgehakt. Maar zelfs dat weerhield de Chinezen er niet van het gebruik voort te zetten.
Lotusvoeten groeiden uit tot een nationaal symbool, en door de voeten van hun dochters in te binden zorgden Chinese moeders ervoor dat die zich de rest van hun leven onderscheidden van de Mantsjoe-vrouwen.
Voor Chinese meisjes en vrouwen was het nu een nationale plicht om de pijnen te doorstaan. In 1680 werd het verbod opgeheven omdat de Mantsjoes inzagen dat het geen zin had.
Ze probeerden wel de ‘voetenseks’ te onderdrukken, maar die werd daardoor een daad van verzet.
Ondanks het verbod deed er een handleiding de ronde die beschreef hoe een man vrouwen op 48 manieren kon bevredigen door hun lotusvoeten te strelen.
Onder het pseudoniem Lotusminnaar schreef iemand: ‘Bemin de voeten als grote sieraden van jade, heb ze lief, zodat het gemis ondraaglijk wordt en je er voortdurend aan moet ruiken en ze moet kussen en bijten.’
Als iemand die zo’n erotisch boek in huis had werd betrapt, werd het verbrand en kreeg de eigenaar 40 stokslagen. Maar dat hielp nauwelijks.

Het verschil tussen de voeten van de man en de vrouw is duidelijk bij dit ivoren beeldje uit de 19e eeuw.
Westerlingen protesteren
Toen in de 19e eeuw massaal christelijke zendelingen uit Europa en Amerika naar China kwamen, verbaasden zij zich over de Chinese gebruiken, en met name de voetinbinding was opvallend.
Zoiets kenden ze in het Westen niet. Zo’n 40 procent van de vrouwen op het platteland en 90 procent van die in de steden had lotusvoeten, schatte de Amerikaanse zendeling Justus Doolittle.
In de loop van de 19e eeuw raakte het inbinden van voeten ook in zwang bij arme boerenfamilies. Maar niet alle meisjes kregen lotusvoetjes, want de meeste moesten op het land werken.
Er werd één dochter uitgekozen in de hoop dat zij buiten de boerenstand zou trouwen en zo de hele familie uit de armoede zou trekken.
Als het meisje niet boven haar stand wist te trouwen of de familie haar te hard nodig had op het land, moest ze toch aan het werk.
Het was begonnen als modegril van de bovenklasse, maar nu was het de norm, stelde de Britse schrijfster Alicia Little. 12 jaar lang reisde zij door China met haar man, de voetkundige Archibald Little, en in 1899 verscheen haar boek Intimate China.

Meisjes met lotusvoeten konden moeilijk door de velden lopen en werden vaak door dragers vervoerd.
Boerendochters moesten binnenblijven
Tot nu toe dachten historici dat voeten van vrouwen op het platteland massaal ingebonden werden om hen binnen te houden om voor de kinderen te zorgen en te koken.
Maar uit onderzoeken in China en de VS blijkt dat de voeten van een boerenmeisje werden gebonden als de familie er financieel baat bij had dat ze thuisbleef om te weven, spinnen en naaien.
Officieel was voetinbinding nog een manier om een goede man te vinden, maar op plekken waar in de 19e en 20e eeuw veel katoen werd verbouwd, werden meer voeten ingebonden dan in gebieden met rijstteelt.
Vrouwen met lotusvoeten konden niet zonder hulp lopen en zaten dus thuis om kleding van het katoen te maken – of inlegzolen voor lotusschoentjes.
Waar rijst werd geteeld, was het gebruik minder wijdverbreid. Hier moesten de vrouwen op het land werken, anders leed de familie honger.
Alicia Little wond zich op over de voetinbinding. Ze sprak van ‘die lelijke, geitachtige voet, die Chinese mannen om merkwaardige redenen bewonderen’, en verderop schreef ze: ‘Het is een misverstand in het Westen dat lotusvoeten status geven in China. In het westen van het land zitten vrouwen met ingebonden voeten in de berm te bedelen.’
Na haar ervaringen in China bestreed Little het gebruik te vuur en te zwaard. In 1898 was ze een van de oprichters van het ‘genootschap voor natuurlijke voeten’, en haar man verzorgde Chinese vrouwen die koudvuur of een andere aandoening aan hun voeten hadden opgelopen.
Zij stonden hem toe röntgen-foto’s te maken, en met deze moderne beelden reisde het Britse echtpaar rond in China.
Op spreekbeurten lieten ze vrouwen zien hoe misvormd de botten waren, en velen raakten ervan overtuigd dat de traditie moest stoppen.
De bestrijders van voetinbinding kregen bijval van Chinees intellectuelen, die ook hadden ingezien dat lotusvoeten pervers en schadelijk waren.
Vrouwen maakten miljarden schoentjes
Honderden jaren lang naaiden Chinese vrouwen lotusschoentjes van zijde en katoen. Toen de industrie in de 20e eeuw opbloeide, namen fabrieken de schoenenproductie over.
Volgens onderzoekers strompelden 1 tot 3 miljard Chinese vrouwen in de loop van de eeuwen op verminkte voetjes rond.
Vóór de industrialisatie in de 20e eeuw werden schoenen voor lotusvoeten thuis gemaakt door huwbare meisjes. Er waren aparte schoentjes voor binnen, buiten en in bed.
Zo hadden buitenschoenen een sterkere zool en schoenen voor in bed een fraai borduurwerkje op de onderkant. Na de bruiloft nam een meisje zeker vier soorten schoenen mee naar haar nieuwe huis.
Rond 1910 nam de industrie het over en kregen de schoentjes een meer westers uiterlijk met gespen en leer. Jonge Chinese vrouwen waren daar dol op.
Na het verbod op voetinbinding in 1912 daalde het aantal vrouwen met lotusvoeten gestaag. In 1998 sloot de laatste fabriek van lotusschoentjes. De klanten waren toen in de 80.






Voor elke gelegenheid een kleur
Queensland Museum, Daniel Schwen, Rossimoda Shoes Museum’s Collection, Mrs. Charles William Wason & VasilWit stond voor dood
In China waren witte schoenen voor begrafenissen en mensen in de rouw.
Rood was de feestkleur
Rood werd met blijdschap geassocieerd. Meisjes droegen rode schoenen op hun bruiloft en tijdens nieuwjaar.
Keizer droeg geel
Geel stond voor de keizer. Zijn vrouwelijke familieleden droegen schoentjes van gele of gouden zijde.
Zwart voor de bovenklasse
Vrouwen op leeftijd droegen zwarte lotusschoentjes, want die kleur stond voor ouderdom. In de jaren 1920 brak de kleur ook door bij de hippe elite van Shanghai.
Ook de onderkant was fraai versierd.
Communisten maken er een eind aan
Ook zendelingen trokken ten strijde tegen de traditie, zoals John MacGowan en zijn vrouw, die na het voorval met het gillende buurmeisje aan westerse journalisten uit de doeken deden hoe barbaars ze de praktijk vonden.
De campagnes hadden effect. Volgens onderzoeken had tussen 1900 en 1904 zo’n 18,5 procent van Chinese meisjes ongebonden voeten. Tussen 1905 en 1909 steeg dit tot 40,3 procent.
Begin 20e eeuw maakte China in politiek opzicht een woelige tijd door. In 1911 kwam er een eind aan de Qing-dynastie en een jaar later werd China een republiek.
De jonge natie wilde van de oude gebruiken af. De kledingstijl en haarvlecht van de Mantsjoes werden taboe, en in 1912 werd voetinbinding verboden.
Vrouwen met lotusvoeten moesten de verbanden afdoen en ze in de ramen van hun huis hangen, zodat de buren ze konden zien. Dit was een vernederende straf, waar veel vrouwen niets van begrepen. Ze hadden immers alleen hun familie eer willen aandoen.
‘Huwelijksmakelaars werd niet gevraagd of ze mooi was, maar hoe klein haar voeten waren. Een doorsnee gezicht is door de hemel gegeven, maar slecht gebonden voeten zijn een teken van luiheid,’ zei de boerin Ning Lao in de jaren 1930.

Oude Chinese vrouwen met lotusvoeten krijgen vaak hulp bij het knippen van hun nagels, anders groeien ze in.
Er zijn nog lotusvoeten
Sinds 2005 neemt fotograaf Jo Farrell foto’s van Chinese vrouwen met lotusvoeten. Die komen vaak uit plattelandsgebieden waar de campagnes tegen voetinbinding pas in de jaren 1950 aansloegen.
De vrouwen waren niet makkelijk te vinden, want in het huidige China gelden lotusvoeten als achterlijk. Veel Chinezen willen liever niet herinnerd worden aan deze pijnlijke traditie.
Farell kwam erachter dat de oude vrouwen – in tegenstelling tot jonge Chinezen – trots waren op hun kleine voetjes, omdat ze als aantrekkelijk golden.
Hoeveel vrouwen met ingebonden voeten er nog zijn, is niet bekend.
Begin 20e eeuw daalde het aantal vrouwen met lotusvoeten, maar in de afgelegen provincies van het land bleef het gebruik springlevend.
Toen in 1949 de Volksrepubliek China uitgeroepen was, begonnen de communisten de oude tradities uit te roeien. Soldaten pakten meisjes en vrouwen met lotusvoeten op en dwongen hen het verband te verwijderen.
Zonder die steun moesten ze op handen en voeten terugkruipen naar huis en werden ze door iedereen bespot.
Hierna dachten moeders wel twee keer na voor ze de voeten van hun dochters inbonden.
Voortaan moesten Chinese vrouwen zij aan zij met de mannen voor de communistische zaak strijden. Op natuurlijke voeten.