Na talloze ontberingen in het werkkamp heeft Xu Hongci eindelijk geluk. Door een stroomstoring wordt het werkkamp waar hij als dwangarbeider werkt plotseling donker.
De onschuldig veroordeelde geneeskundestudent heeft jaren op deze kans gewacht. Voorzichtig sluipt hij over de binnenplaats, waar scherpschutters in de wachttoren iedereen neerschieten die in de schijnwerpers opduikt. Maar vanavond is het pikdonker.
Snel pakt Xu een zelfgemaakte ladder van takken, die hij tussen het afval langs de muur heeft verstopt. Trillend van de zenuwen zet hij de ladder rechtop en klimt hij omhoog. Als de stroom nu weer terugkomt, wordt zijn vierde ontsnappingspoging zeker zijn laatste. Maar hij blijft verborgen in de pikzwarte nacht.
Als Xu boven op de muur zit, tilt hij de ladder naar de andere kant. Hij klimt naar beneden en verstopt zich onder een geparkeerde vrachtwagen.
‘Ik was eindelijk ontsnapt uit die vervloekte landbouwmachinefabriek 507’. De Chinese dissident Xu Hongci
Maar nu hij over de muur geklommen is, dreigen er nieuwe gevaren. Xu’s hart klopt in zijn keel als hij een andere gevangene, de beruchte verklikker Wenkui, in de verte ziet verschijnen.
‘Na een paar minuten liep hij naar de vrachtwagen en begon te plassen, de urine spetterde in mijn gezicht. Ik drukte mezelf tegen de grond en hield mijn adem in. Toen keerde Wenkui terug naar zijn slaapzaal,’ schreef Xu later in zijn memoires.
Als de verklikker verdwenen is, klimt Xu door het raam van een werkplaats, waar hij valse papieren en andere spullen heeft verstopt. Vervolgens pakt hij de ladder en klimt hij over de buitenmuur van het kamp. Dankzij de stroomstoring staat er geen stroom op het hek en kan hij aan de andere kant naar beneden springen.

Xu Hongci (1933-2008) publiceerde kort voor zijn dood zijn memoires in Hongkong. Negen jaar later verscheen een nieuwe versie onder de titel No Wall Too High.
Staatsvijand Xu was een communist
In 1956 werd Xu Hongci bestempeld als een rechtse contrarevolutionair en staatsvijand. Maar in die tijd was hij net zo’n fervente communist als voorzitter Mao zelf.
Als kind droomde Xu Hongci al van een beter China. Elke keer dat hij tijdens de Tweede Wereldoorlog moest buigen voor de Japanse bezetter groeide zijn overtuiging.
Als zoon van rijke ouders lag het niet voor de hand dat hij communist zou worden. Maar nadat hij op jonge leeftijd samen met vrienden naar een reeks politieke bijeenkomsten was gegaan, meldde hij zich op 14-jarige leeftijd aan bij de verboden Communistische Partij.
Door het communisme keerde hij zich tegen zijn ouders, die tot de bovenklasse van Shanghai behoorden. Hij walgde van zijn moeder omdat zij, naar zijn mening, alleen om geld en status gaf. Hij keek wel op naar de partijleden in Shanghai en deed zijn best om te bewijzen hoe toegewijd hij was als communist.
In 1949 grepen de communisten de macht in China – de toekomst lachte Xu toe. Vanwege zijn status als trouwe partijsoldaat mocht hij naar de universiteit, waar hij een artsenopleiding volgde. Maar toen sloeg het noodlot toe.
‘Het was gelukt! Ik was eindelijk ontsnapt uit die vervloekte landbouwmachinefabriek 507! Het was ongeveer 23.30 uur op 7 augustus 1972,’ zegt Xu in zijn boek.
In het donker kan hij ver weg komen, voordat zijn ontsnapping wordt ontdekt.
‘Ik had zes en een half uur tot het appel de volgende ochtend,’ legt Xu uit.
Hij wil het uitschreeuwen van vreugde, maar hij heeft nog een lange en gevaarlijke weg te gaan. Hij heeft al meerdere ontsnappingspogingen gedaan, die allemaal mislukt zijn. Als hij aan Mao wil ontkomen, moet hij het land uit – maar het is 1600 kilometer tot aan de grens.
Kritiek op Stalin verandert alles
16 jaar eerder was Xu Hongci een 24-jarige geneeskundestudent met een veelbelovende toekomst, maar de revolutie van 1956 veranderde alles. Zijn fout was dat hij vertrouwde op de leider van China, voorzitter Mao.
Xu’s tragedie begon in Moskou, waar Sovjetleider Nikita Chroesjtsjov zijn voorganger aanviel op het congres van de Communistische Partij.
‘Jozef Stalin handelde niet door overreding, uitleg en geduldige samenwerking met het volk, maar door zijn overtuigingen op te leggen en blinde onderwerping aan zijn opvattingen te eisen,’ donderde Chroesjtsjov.

Nikita Chroesjtsjov deelde Mao’s bewondering voor het regime van Stalin niet. Tijdens een staatsbezoek aan China in 1958 hield de Sovjetleider echter de diplomatieke beleefdheid in stand.
Deze toespraak sloeg bij de communisten in als een bom. De leider van Polen las erover toen hij in het ziekenhuis lag, en stierf direct aan een hartstilstand. Hongarije kwam in opstand tegen de Sovjet-onderdrukking, en in China besefte voorzitter Mao dat zijn door Stalin geïnspireerde methoden hem niet verder konden brengen.
Daarom lanceerde de dictator de campagne ‘Laat Honderd Bloemen Bloeien’ met de slogan:
‘Laat honderd bloemen bloeien, laat honderd scholen wedijveren’.
Hij vroeg om kritiek op zijn beleid, maar bijna niemand durfde iets te zeggen. Mao werd nu eenmaal niet graag tegengesproken. Pas toen hij datzelfde jaar de intellectuelen van China opriep om met kritiek op de Communistische Partij te komen, kwam deze op gang.
Historici discussiëren nog steeds wat Mao wilde bereiken met de 100-bloemencampagne – wilde hij echt een debat over de toekomst van het communisme in China, maar werd hij verrast door de felheid van de kritiek, of was het van het begin af aan een sluw plan, een val om critici van de partij in het vizier te krijgen?
Wat het motief ook was, in de zomer van 1957 sloeg Mao keihard toe.

Na de zege in de Chinese Burgeroorlog riep Mao (r) in 1949 de Volksrepubliek China uit. Slechts één partij was toegestaan: de communistische partij van Mao.
Aan de medische universiteit van Shanghai kregen Xu en zijn medestudenten in juni een standje van de officiële vertegenwoordiger van de Communistische Partij, Wang Lesan. Hij zei dat ze geen gehoor hadden gegeven aan Mao’s oproep. Tijdens een bijeenkomst op de campus eiste Wang Lesan:
‘Morgen wil ik jullie dazibao zien.’
Een dazibao was een Chinese muurkrant die studenten maakten door met een penseel op witte lakens te schilderen. Xu en andere leden van de Communistische Partij discussieerden de hele nacht over wat ze in de dazibao zouden zetten. Uiteindelijk kwamen ze met 50 voorstellen over hoe de toekomst van communistisch China eruit moest zien.
Eén kritiekpunt was dat de verkiezingen in China ondemocratisch waren. De studenten wilden dat de partij niet alleen één kandidaat zou nomineren voor vertrouwensfuncties, maar dat het volk zelf geschikte kandidaten zou mogen kiezen.
‘Over 300 jaar zullen we weten wie er gelijk had. Ik of Mao Zedong.’ Xu Hongci kort voor zijn arrestatie
Een ander punt was dat de studenten zelf wilden kiezen welke vreemde taal ze zouden studeren. In die tijd werd in het hoger onderwijs alleen Russisch gegeven.
Maar deze kritiek was een vreselijke vergissing die Xu duur zou komen te staan.
Critici krijgen geen proces
De meeste van Xu’s medestudenten beseften dat ze in de val waren gelopen en wilden ineens niets meer met de 50 voorstellen te maken hebben. Maar Xu hield voet bij stuk. Niet veel later werd hij door zijn eigen vriendin verraden. Met name een paar woorden die hij tijdens een verhitte discussie tegen haar zei werden hem aangerekend:
‘Over 300 jaar zullen we weten wie er gelijk had. Ik of Mao Zedong. Ik heb de partij niet in de steek gelaten. Ik heb het land niet in de steek gelaten.’
Xu werd uit de Communistische Partij gezet en iedereen distantieerde zich van hem. Toen de autoriteiten ontdekten dat hij China wilde verlaten, werd hij ook van de universiteit getrapt.
Xu werd niet veroordeeld en formeel was hij ook geen crimineel. De partij besloot zelf welke Chinezen baat zouden hebben bij een heropvoeding door zwaar, lichamelijk werk.

Marteling en langdurige isolatie waren aan de orde van de dag in Mao’s kampen.
Na een onrechtmatige arrestatie werden hij en 200 andere critici uit Shanghai naar een laogai gebracht – een nieuw soort interneringskampen die Mao overal in China had laten bouwen.
Deze kampen waren geïnspireerd door de goelags van Stalin en gebouwd als onderdeel van Mao’s campagne ‘Grote Sprong Voorwaarts’. De communistische leider wilde het arme China binnen tien jaar omtoveren tot een rijke supermacht. Om dat doel te bereiken, moesten de landbouw en industrie hun productie enorm opschroeven.
In zijn memoires noemt Xu deze tijd ‘de overstap naar 20 jaar waanzin’, maar toen hij eenmaal in het kamp was aangekomen, werd hij zelf gedwongen om eraan mee te werken.
‘Ieder van ons kreeg een cultivator met vier scharen en moest ongerepte grond gaan bewerken. De eis was 130 m2 per dag, wat voor iedereen onmogelijk was,’ legt Xu uit.
Voor een student was dit bikkelharde, lichamelijke werk een kwelling. Hij kreeg pijn in zijn rug en spieren en zijn handen zaten onder de blaren.

Honderdduizenden dwangarbeiders moesten dorre vlakten in vruchtbare landbouwgrond veranderen. Ze moesten dit zware werk met primitieve werktuigen doen.
Maar het ergste was de honger.
‘Het avondeten bestond uit een kop dunne rijstpap. ’s Nachts rammelden onze magen, we lagen te woelen en konden niet slapen van de honger.
Net als in de goelags moesten het slopende werk en de honger de gevangenen breken, maar de laogai’s hadden nog iets extra’s: na het zware werk werden de gevangenen geïndoctrineerd doordat ze teksten van Mao uit het hoofd moesten leren.
En ze moesten elkaar bekritiseren omdat ze slechte communisten waren. Na iets meer dan een half jaar had Xu er genoeg van.
Ontsnapping eindigt aan de grens met Birma
De eerste ontsnapping uit het werkkamp buiten Shanghai was belachelijk eenvoudig. Er waren geen muren of prikkeldraad, dus toen de rest van de gevangenen ’s ochtends vertrok om op het veld te werken, liepen Xu en een kameraad de andere kant op. Te voet, met de bus en trein gingen ze terug naar Shanghai.
Maar hier werd Xu door de politie opgepakt toen hij zijn familie opzocht.

Volgens westerse onderzoekers heeft China sinds 2017 zeker 1 miljoen Oeigoeren, leden van een islamitische minderheid, in werkkampen opgesloten.
Laogai-kampen bestaan nog steeds
In de jaren 1950 besloot Mao Zedong dat kritische Chinezen heropgevoed moesten worden. Dat gebeurde in kampen die laogai werden genoemd, een afkorting voor de Chinese term ‘verbetering door arbeid’.
Hier heerste een totale onverschilligheid voor menselijk leven en lijden, talloze gevangenen kwamen om. Na Mao’s dood in 1976 werden veel gevangenen vrijgelaten, en in de jaren 1990 werden de laogai’s onderdeel van het Chinese gevangeniswezen, waardoor de situatie verbeterde.
Maar onlangs heeft de Communistische Partij nieuwe kampen geopend die erg lijken op de laogai-kampen van vroeger. Sinds 2017 zijn zo’n 1,5 miljoen islamitische Oeigoeren en andere Chinese minderheden naar deze kampen gestuurd.
Het regime ziet hen als mogelijke terroristen, dus worden ze zonder proces vastgehouden. Mensenrechtenorganisaties wijzen erop dat mishandeling en misbruik in deze kampen schering en inslag zijn.
Terug in het kamp werd Xu opgesloten, terwijl de autoriteiten overlegden welke straf hij moest krijgen. Maar Xu wachtte zijn vonnis niet af. Op een nacht vroeg hij of hij naar het toilet mocht en sloeg hij op de vlucht. Binnen een paar maanden wist Xu een stadje langs de Birmese grens te bereiken – 2300 km van het kamp.
Dankzij financiële steun van zijn familie en valse identiteitspapieren lag de vrijheid binnen handbereik. Nu wilde hij nog één keer genieten van een maaltijd en een scheerbeurt, en dan China verlaten. Maar het stadje lag in een veiligheidszone waar alleen de lokale inwoners mochten komen.
‘Terwijl de ene barbier me in de stoel zette, verliet de andere stiekem de salon. Net toen ik klaar was, kwam hij terug met een groep mannen. Ze omsingelden me en vroegen naar mijn papieren.’
De valse documenten van Xu werden ontdekt en Xu werd in het detentiecentrum geplaatst. Maar zo dicht bij zijn doel weigerde hij op te geven. Stiekem begon hij met zijn lepel in de muur te krassen. De muur was van leem, en op de vierde dag kon hij er doorheen.

De Chinezen moesten Mao als een god vereren.
Geweld moest China veranderen
1949
Na vier jaar burgeroorlog komt de communistische Mao Zedong aan de macht. Hij laat grondbezitters executeren en geeft hun land aan de arme boeren. Minstens 800.000 mensen komen om.
1950
Mao lanceert een campagne om contrarevolutionairen uit de weg te ruimen. Miljoenen mensen worden gearresteerd en 700.000 mensen worden geëxecuteerd.
1956
Mao lanceert de campagne Laat Honderd Bloemen Bloeien, waarmee hij intellectuelen uitnodigt om de Communistische Partij te bekritiseren.
1957
Laat Honderd Bloemen Bloeien wordt vervangen door een anticonservatieve beweging. Critici op de universiteit en binnen de partij zelf worden afgevoerd naar werkkampen – zo ook Xu Hongci.
1958
Tijdens Mao’s Grote Sprong Voorwaarts wordt de Chinese landbouwgrond verdeeld onder grote staatscollectieven en overal verrijzen ijzerfabrieken. 15 tot 55 miljoen mensen sterven van de honger.
1966
Tijdens de ‘Culturele Revolutie’ wordt het land opnieuw overspoeld door geweld, als Rode Gardisten iedereen elimineren die Mao niet blindelings gehoorzaamt. 20 miljoen mensen komen om.
1976
Na 27 jaar aan de macht overlijdt Mao. De meest extreme politieke repressie wordt gestaakt.
Toen Xu het gat groter maakte, werd hij opgemerkt door een bewaker, die zijn bajonet door het gat stak.
‘Plotseling voelde ik een scherpe pijn tussen de duim en wijsvinger van mijn rechterhand. Mijn hand zat onder het bloed. De celdeur ging open en bewakers stormden binnen. Ik werd geschopt en geslagen.’
Na deze ontsnappingspoging werd Xu als een crimineel beschouwd en zou hij hard gestraft worden.
Mao brengt China aan de rand van de afgrond
Xu zat nog gevangen langs de grens toen hij zijn straf kreeg.
‘Je bent een contrarevolutionair en wilde deserteren naar de vijand. Je krijgt zes jaar gevangenisstraf.’
In feite kwam Xu er nog goed vanaf – misschien omdat China een tekort aan artsen had. Maar de kans dat hij zou overleven was klein, want begin 1960 kreeg China te maken met de gevolgen van Mao’s Grote Sprong Voorwaarts.
De boeren waren hun land kwijtgeraakt, dat voortaan bewerkt moest worden in grote landbouwcollectieven. En midden in de chaos beval Mao dat rijst veel dichter opeen gezaaid moest worden dan voorheen.

Sinds de tijd van Mao heeft China ruim 2000 werkkampen voor dissidenten gehad. Deze kaart van de locaties ervan is gebaseerd op het geheime onderzoek van de voormalige laogai-gevangene Harry Wu in 1992.
De voorzitter dacht dat dit de opbrengst zou verhogen. Maar elke boer had de koppige leider kunnen vertellen dat de planten hierdoor ondervoed zouden raken en dat de oogst zou mislukken.
Ook werden veel boeren van het land overgeplaatst en moesten ze zelfs staal gaan produceren. Ambtenaren binnen de Communistische Partij hadden Mao wijsgemaakt dat ze zo staal van hoge kwaliteit konden maken, en ploegen en andere landbouwgereedschappen werden opgeofferd om de ovens te voeden.
Maar onder deze primitieve omstandigheden werd er alleen waardeloos ruwijzer gemaakt, omdat de temperatuur in de kleine ovens te instabiel en laag was. De honger sloeg toe, vooral onder gevangenen zoals Xu.
Giftige planten in plaats van voedsel
Omdat Xu medicijnen had gestudeerd, werd hij benoemd tot gevangenisarts en behandelde hij slachtoffers van de hongersnood. In plaats van groenten gooiden de bewakers lukraak planten in de grote stoofpot waarin het eten voor de gevangenen werd gekookt.
‘Op een dag zaten er aardappelbladeren in onze pap. Ik had hem nog maar net opgeschept toen de gevangenen begonnen te braken. Ze werden duizelig, verloren het gevoel in handen en voeten of vielen flauw.’

Tijdens Mao’s Grote Sprong Voorwaarts verschenen overal primitieve ovens.
In een van zijn medische handboeken las Xu dat bladeren van de aardappelplant – net als veel andere leden van het geslacht nachtschade – giftig en zelfs dodelijk kunnen zijn. En dit soort taferelen herhaalde zich vaker, naarmate de kampleiders steeds andere voedingsmiddelen uitprobeerden.
Al gauw werden de gevangenen doodziek door ondervoeding: ze kregen last van vochtophoping, waardoor hun ledematen enorm opzwollen, en ook de tuberculose sloeg toe – toch werden ze elke dag weer aan het werk gezet. Een derde van de 220 gevangenen in Xu’s kamp stierf tijdens de hongersnood.
In de jaren daarna werd Xu meerdere keren overgeplaatst tussen gevangenissen en werkkampen. Hij besloot zijn straf uit te zitten, maar toen de grote dag eindelijk kwam, op 10 april 1965, werd hij niet vrijgelaten. Een van de bewakers vertelde hem:
‘We vertrouwen je niet en laten je daarom niet terugkeren naar Shanghai. Dat is gewoon vragen om meer problemen. Je hebt hier niets geleerd. Dat gaat tijd kosten, dus bereid je maar voor... Je zit hier nog wel even.’
‘Xu Hongci vertelde dat we ons land niet kunnen baseren op Mao’s ideeën.’ Beschuldiging van een van Xu’s medegevangenen
In plaats van ‘gevangene’ kreeg de jonge geneeskundestudent nu de bizarre status ‘postpenitentiair geïnterneerde’, en dat betekende dat Xu nog steeds gevangenzat toen Mao in 1966 zijn Culturele Revolutie begon.
De leider van China liet hordes jonge communisten los op iedereen die zijn macht kon bedreigen. Duizenden mensen werden vermoord of pleegden zelfmoord. Veel slachtoffers waren oudere communisten waar Mao ruzie mee had.
Ondanks alle mooie woorden was de revolutie vooral bedoeld om Mao’s grip op de partij en het land te verstevigen, nadat die door de Grote Sprong Voorwaarts was verzwakt.
In de laogai zochten inspecteurs tussen de gevangenen naar oude criminelen om hun dagelijkse quotum aan staatsvijanden te halen en Mao tevreden te houden.
En dus moest Xu naar een bijeenkomst komen, waar hij en andere postpenitentiair gedetineerden de mogelijkheid kregen om elkaar te beschuldigen.
‘Xu Hongci vertelde dat we ons land niet kunnen baseren op Mao’s ideeën, maar wel op technologie! Hij is een contrarevolutionaire revisionist en tegen voorzitter Mao!’ schreeuwde een van hen.

Tijdens de Culturele Revolutie werden honderdduizenden Chinezen vernederd tijdens showprocessen. Contrarevolutionairen konden de doodstraf of tientallen jaren dwangarbeid opgelegd krijgen. De vonnissen werden op pleinen in heel China bekendgemaakt.
Tot zijn eigen verbazing werd Xu niet ter plekke gelyncht. Maar even later kreeg hij de hoofdrol in een schijnproces.
Vastgebonden gevangenen bespot
In januari 1969 werden Xu’s handen op zijn rug gebonden en werd hij naar het Plein van de Democratie in Lijiang, een stad langs de grens met Birma, gebracht. Hier werd hij op een tafel gezet, zodat de 10.000 toeschouwers die zich op het plein hadden verzameld konden zien hoe een staatsvijand eruitzag.
Met gebogen hoofd hoorden Xu en 19 andere politieke gevangenen hun vonnis van een troepenleider van Mao aan.
Terwijl zijn vingers langzaam opzwollen door het strakke touw en hij steeds duizeliger werd, tierde de leider van het schijnproces:
‘In 1957, werd Xu Hongci ontmaskerd als aanhanger van rechtse ideeën. Hij weigerde te veranderen en werd veroordeeld tot zes jaar heropvoeding. Zelfs nadat hij zijn straf had uitgezeten, bleef hij deelnemen aan contrarevolutionaire activiteiten en zich verzetten tegen onze geliefde leider, voorzitter Mao. Zijn misdaden zijn ernstig en daarom wordt zijn straf met 20 jaar verlengd.’

Geüniformeerde en gewapende Rode Gardisten werden tijdens grote bijeenkomsten blootgesteld aan Mao’s propaganda, waarna ze zich in de straten mochten uitleven.
Culturele Revolutie moest Mao’s macht veiligstellen
In mei 1966 ging Mao de strijd aan met zogenoemde valse communisten. Om zijn macht te versterken, liet hij opgehitste, jonge Rode Gardisten tekeergaan in heel China.
China was in gevaar, zei Mao in 1966. Vijanden van het volk waren de partijtop binnengedrongen, en om deze dreiging te elimineren, moest de jeugd in opstand komen. Als reactie vormden jongeren en studenten milities van de Rode Garde, die een meedogenloze jacht op de ‘valse’ communisten begonnen.
In het hele land gaven Chinezen elkaar aan, om te voorkomen dat ze zelf als contrarevolutionair bestempeld zouden worden. Een groot aantal beschuldigden pleegde zelfmoord of werd vermoord door de Rode Gardisten. In Shanghai en andere machtscentra leidde de Culturele Revolutie tot een burgeroorlog tussen groepen overijverige gardisten. Er werden geweren en tanks gebruikt, en ongeveer 500.000 mensen kwamen om.
De Culturele Revolutie moest in feite Mao’s greep op de partij versterken, die verzwakt was door zijn Grote Sprong Voorwaarts van een paar jaar eerder. In de 10 jaar van de Culturele Revolutie plaatste Mao zijn handlangers op alle belangrijke posities in het land.
Na de Culturele Revolutie ontdeed Mao zich van de Rode Gardisten door hun eenheden op te heffen, hun scholen te sluiten en ze naar het platteland te sturen om een sober leven te leiden.
De menigte juichte, applaudisseerde en riep leuzen uit Mao’s Rode Boekje. Zonder bewijs of verdediging werd de inmiddels 36-jarige Xu veroordeeld en moest hij de helft van zijn leven in een werkkamp doorbrengen.
Door het schijnproces verdween Xu’s laatste hoop op een rechtvaardig China. En hij wist dat hij, als hij het er levend vanaf wilde brengen, moest ontsnappen. Maar ontsnappen uit landbouwmachinefabriek 507, waar hij toen werkte, was ontzettend moeilijk.
Het kamp had hoge muren, elektrische hekken en gewapende bewakers. Xu moest geduld hebben en alles zorgvuldig plannen. Om valse identiteitspapieren te maken, sneed hij letters en stempels uit kleine stukjes hout, zodat hij ze zelf kon afdrukken.
De maanden werden jaren, en terwijl hij zijn laatste ontsnapping plande, zag Xu talloze wreedheden in het kamp. Eén gevangene werd drie dagen lang geslagen door bewakers. Op de vierde dag hing hij zichzelf op in zijn cel om aan zijn martelaars te ontsnappen. Zijn enige misdaad was dat hij vond dat hij ten onrechte beschuldigd was en wilde dat zijn zaak opnieuw bekeken zou worden.
‘Ik draaide me niet om en begon niet te rennen, maar bleef in dezelfde richting lopen. Het was een van de bewakers.’ Xu Hongci tijdens zijn vierde en laatste ontsnapping
Xu moest drie lange jaren wachten op zijn kans. Toen vlak bij het kamp een kunstmestfabriek werd gebouwd en overbelasting een kortsluiting veroorzaakte, kon hij zijn ontsnappingsplan in werking zetten.
‘Om 10 uur ’s morgens viel de elektriciteit uit. De bewakers vertelden dat de stroom pas de volgende dag om 6.00 uur weer aan zou gaan en dat iedereen die met machines werkte, moest gaan helpen met de schoonmaak. Het was een wonder,’ schreef Xu later in zijn memoires.
Even voor middernacht op 7 augustus, ontsnapte Xu. Terwijl hij in het donker over de stoffige landweg liep en het kamp achter zich liet, was hij trots en opgelucht. Maar plotseling bescheen iemand hem van achteren met een zaklamp.
‘Ik draaide me niet om en begon niet te rennen, maar bleef in dezelfde richting lopen. Het was een van de bewakers. Als ik was gaan rennen, had hij me ter plekke neergeschoten.’
Een paar meter verder sloeg hij een zijstraat in. De bewaker volgde hem niet. Hij dacht waarschijnlijk dat Xu gewoon een voorbijganger was.
Vrij na vier ontsnappingspogingen





Ontsnappingspoging 1 – december 1958
Xu Hongci ontsnapt heel eenvoudig omdat het kamp geen omheining heeft. Hij bereikt Shanghai, maar is onvoorzichtig en gaat naar zijn familie. De politie wacht hem op en arresteert hem.
Ontsnappingspoging 2 – januari tot april 1959
Dit keer vlucht Xu uit een kamp bij Shanghai naar een stad aan de Birmese grens. Hij verdwaalt vanwege een verouderde landkaart en valt door de mand door zijn valse ID-kaart. Hij wordt gearresteerd.
Ontsnappingspoging 3 – april 1959
Xu heeft geen ontsnappingsplan, maar graaft een gat in de muur van zijn cel in de stad Lushui. Hij wordt ontdekt en afgeranseld door de bewakers.
Ontsnappingspoging 4 – augustus-september 1972
Na jaren van dwangarbeid probeert Xu het opnieuw. Na een zorgvuldige planning ontsnapt hij uit een werkkamp in Lijiang. Hij misleidt zijn achtervolgers door niet naar de Birmese grens te gaan.
Eindelijk vrij
Dankzij voorzichtigheid en geloofwaardige identiteitspapieren bereikt Xu op 11 september 1972 de grens met Mongolië. In het holst van de nacht sluipt hij langs de spoorlijn over de Mongoolse grens naar de stad Zamyn-Üüd. Eindelijk is hij buiten bereik van Mao.
Xu bevond zich in Lijiang, vlak bij de Birmese grens, maar hij vluchtte niet naar Birma. Hij wist namelijk dat het grensgebied zorgvuldig zou worden uitgekamd zodra zijn ontsnapping ontdekt werd. In plaats daarvan ging hij naar Mongolië, ongeveer 1600 km naar het noorden.
Mao had zijn bevolking geleerd dat ze iedereen die verdacht was moesten aangeven, en tijdens zijn voettocht werd Xu regelmatig geconfronteerd met mensen die lastige vragen stelden.
‘Onderweg voelde ik me als opgejaagd wild, op de hielen gezeten door de dood,’ zei hij later.
Toen hij werd tegengehouden door twee leden van de Chinese Volksmilitie, leek ook deze ontsnappingspoging voorbij. Ze wilden zijn reisvergunning zien. Xu gaf hun zijn vervalste papieren.
‘Alle vergunningen worden afgegeven op onbedrukt papier, maar deze ...’ zei het oudste militielid.
Xu stak een sigaret op, maar achter zijn kalme uiterlijk voelde hij de paniek opkomen. Toen zei het geüniformeerde militielid:
‘Je bent verkeerd gelopen. Je moet terug en het pad over die berg nemen.’
Xu bedankte de militieleden en liep snel door.
‘Tegelijkertijd was ik er kapot van dat ik mijn land moest ontvluchten.’ Xu Hongci toen hij in 1972 ontsnapte naar Mongolië
38 dagen na zijn ontsnapping zwierf Xu in de avond van 10 september 1972 moederziel alleen door een onherbergzaam landschap. Hij volgde de spoorlijnen die door de Gobiwoestijn richting de grens met Mongolië liepen.
Vrijheid in zicht
Net als langs de grens met Birma was het gebied bij Mongolië een militaire zone waar je zonder toestemming niet mocht komen. Daarom legde hij de laatste 120 kilometer ’s nachts af, terwijl hij overdag sliep. Uiteindelijk bereikte hij \o de grensstad Erenhot.
Op weg naar een spoorwegovergang werd Xu opeens ingehaald door een man, maar die leek geen enkele interesse in hem te hebben. In de verte werd de bebouwing van Erenhot steeds dunner. Xu begon te rennen. Hij haastte zich door de duisternis en zag de lichten van de stad Zamyn-Üüd aan de Mongoolse kant van de grens steeds dichterbij komen. Plotseling realiseerde hij zich dat hij in Mongolië was.
‘Ik was dolgelukkig dat ik eindelijk ontsnapt was aan de meedogenloze klauwen van de communistische dictatuur. Tegelijkertijd was ik er kapot van dat ik mijn land moest ontvluchten.’

Ondanks zijn misdaden zet het Chinese regime Mao nog steeds regelmatig in het zonnetje. In 2009 verscheen dit 32 meter hoge granieten beeld van een jonge Mao in de provincie Hunan in het zuiden van het land.
Hij ging even zitten en liet zijn gedachten de vrije loop. Toen stond hij op en liep hij verder, en zwoer dat hij op een dag zou terugkeren.
Aan de Mongoolse kant van de grens wachtten nieuwe verhoren en meer gevangenissen. Toen de autoriteiten Xu’s identiteit hadden bevestigd, kreeg hij twee jaar gevangenisstraf voor het illegaal oversteken van de grens. Hij bedankte de rechter. Twee jaar was niets vergeleken met 16 jaar in de laogai.
In augustus 1974 kwam hij vrij. Twee jaar later vierde hij Mao’s dood met andere Chinese vluchtelingen en zijn Mongoolse vrouw.
Xu wordt vrijgesproken
In 1983 liet China alle aanklachten tegen Xu Hongci vallen en kon hij naar huis terug. In Shanghai bezocht hij zijn moeder, die hem tijdens zijn gevangenschap had geholpen met geld en voedsel. Voor het eerst in 26 jaar konden ze zonder angst samen eten.
Xu kwam ook de ex-vriendin tegen die hem had aangegeven. Triomfantelijk zei hij tegen haar:
‘Weet je nog dat ik zei dat de geschiedenis me gelijk zou geven, ook al zou het 300 jaar duren? Er zijn nog geen 30 jaar voorbij en het is nu al afgelopen.’