De Atheners kwamen het dichtst bij wat we nu als een democratie beschouwen. Weliswaar waren alleen rijke mannen (10-20% van de bevolking) burgers met stemrecht, maar zij hadden allemaal evenveel invloed.
Alle burgers konden naar de volksvergadering komen, waar ze spreekrecht hadden en wetten konden indienen.
Hier werden ook de bestuurders voor één jaar gekozen, per stemming of door loting.
Democratie en invloed waren in evenwicht in Rome
In Rome had een burger minder in de melk te brokkelen. De republiek was zo ingericht dat één persoon niet te machtig kon worden en kende daarom veel bestuursorganen die elkaar in evenwicht hielden.
Bovendien had de bovenklasse veel meer invloed dan de arme burgers, de zwijgende meerderheid.