De reden daarvoor was niet dat de Grieken klein geschapen waren. Er gold alleen een ander lichaamsideaal.
‘Dom, blijmoedig en lelijk’
Het oude Griekenland was doordrenkt van een mannelijke cultuur die waarde hechtte aan kleine geslachtsdelen. Volgens de Grieken liet een bescheiden penis zien dat een man zijn geslachtsdrift onder controle had en niet geleid werd door zijn verlangens.
Daarom stond een kleine penis gelijk aan grote hersenen, en was de bezitter ervan rationeel en intellectueel.
Mannen met grote geslachtsdelen werden daarentegen als ‘dom, blijmoedig en lelijk’ gezien, vertelt de Britse kunsthistoricus Ellen Oredsson.
Dat beeld wordt ondersteund door de oud-Griekse schrijver Aristophanes (circa 450-385 v.Chr.), die schrijft dat de perfecte man een ‘lichte huid, brede schouders, kleine tong, sterke billen en een kleine piemel’ heeft.
VIDEO: Hadden de Grieken kleine penissen?