Niemand kon zeggen dat het de burgers van de historische stad Carthago allemaal maar kwam aanwaaien. De stad, gelegen in het huidige Tunesië, werd 2900 jaar geleden gesticht en was in zijn hoogtijdagen een van de rijkste, machtigste en welvarendste steden van het hele Middellandse Zeegebied.
Maar de inwoners waren dan ook erg vrijgevig ten opzichte van de goden.
Ze offerden zowel goud als hun eigen kinderen, zo blijkt uit onderzoek van archeologen en historici die verbonden zijn aan een project van het Tunesische ministerie van Cultuur.
De archeologen deden de ontdekking tijdens de opgraving van de zogeheten tofet van Carthago, een begraaf- en offerplaats die in gebruik was van ongeveer 700 tot 146 v.Chr. Hier zijn onder andere vijf 2300 jaar oude gouden munten gevonden.
De zeldzame en goedbewaarde munten zijn ongeveer 2,5 centimeter groot en bevatten een afbeelding van Tanit, godin van de vruchtbaarheid en het moederschap.
‘De gouden munten weerspiegelen de rijkdom van Carthago en bevestigen de waarde van de Carthaagse beschaving,’ schrijft het Tunesische ministerie van Cultuur in een persbericht.
Goud en urnen met kinderen lagen op dezelfde offerplaats
Godin in goud gedrukt
De gouden munten zijn in zo’n goede staat dat de afbeelding van de godin Tanit nog steeds zichtbaar is.
Offerplaats met grafstenen en stèles
Inscripties op grafstenen en stèles die zijn gevonden op de offerplaats geven aan dat het gaat om offers aan Tanit en Hammon, de belangrijkste goden van Carthago.
Kinderen in urnen
In de urnen op de tofet van Carthago hebben archeologen de verbrande botresten van soms heel jonge kinderen gevonden.
Baby’s werden geofferd aan de goden
Naast de munten omvatte de vondst ook een aantal grafstenen en urnen met de overblijfselen van dieren, jonge kinderen en te vroeg geboren baby’s.
Onderzoekers denken dat de kinderen en de dieren werden geofferd aan Tanit en haar mannelijke tegenhanger Baäl-Hammon, de twee goden aan wie de begraafplaats is gewijd.
Kinderoffers in Carthago worden genoemd door oude Romeinse en Griekse schrijvers, zoals de Griekse historicus Plutarchus.
Maar historici van nu deden de verhalen tot voor kort af als propaganda, geschreven door vertegenwoordigers van de mogendheden die destijds de grootste rivalen van Carthago waren.
Maar een studie uit 2014 van historica Josephine Quinn van Oxford University wees uit dat er daadwerkelijk kinderoffers plaatsvonden.
Het huidige onderzoek naar de begraafplaats in Carthago begon in 2014 en is nog steeds gaande, volgens het Tunesische ministerie van Cultuur.