Een aantal Egyptische brandijzers uit de periode 1292-656 v.Chr. lag al jaren in musea te verstoffen. Tot egyptoloog Ella Karev van de universiteit van Chicago zich erover ontfermde. En haar onderzoek onthult een lelijk geheim van de Egyptenaren.
Decennialang werd aangenomen dat met deze ijzers vee werd gebrandmerkt, maar ‘ze zijn zo klein dat het uitgesloten is dat ze voor rundvee of paarden zijn gebruikt’ legt Karev uit in haar rapport.
Ze zegt dat de brandijzers die gewoonlijk voor vee worden gebruikt, drie keer zo groot zijn. Kleinere merken worden op koeien onleesbaar naarmate het dier groeit.
Volgens Karev zijn de brandijzers ongeveer even groot als die welke eeuwen later door Europese slavenhouders werden gebruikt. Volgens haar is het daarom waarschijnlijk dat de brandijzers voor mensen werden gebruikt.
Krijgsgevangenen werden gebrandmerkt
Uit reliëfs en schriftelijke bronnen weten we dat de oude Egyptenaren hun slaven merkten. Tot nu toe namen historici aan dat dit gebeurde met eenvoudige tatoeages, maar Karev betwijfelt dat:
‘In de praktijk kost het veel tijd en vaardigheid om een tatoeage met de hand te zetten. En als je het op grote schaal doet, is het lastig om het eigenaarsmerk keer op keer te kopiëren. Brandmerken zou daarom veel logischer zijn.’