Slechts vijf procent kon lezen
Niets wijst erop dat Senmoet geboren was in rijkdom. Zijn ouders behoorden waarschijnlijk tot de hogere middenklasse en waren niet rijk genoeg om andere sporen na te laten dan de mooie begrafenis die hun zoon betaalde.
Maar ze waren zeker niet arm, want Senmoet kon een opleiding krijgen waarmee hij leerde lezen en schrijven – een privilege dat maar aan vijf procent van de bevolking van het oude Egypte gegund was.
Senmoet schopte het tot minister aan het hof, waarschijnlijk in een aanstelling onder farao Thoetmosis II, die in 1479 v.Chr. overleed.
Zijn zoon, Thoetmosis III, was toen pas 2 jaar oud, en dus veel te jong om te regeren. Zijn moeder, koningin Hatsjepsoet, pakte haar kans en greep de macht.
Eerst benoemde ze nieuwe generaals, priesters en ambtenaren. Daarna riep ze zichzelf uit tot farao.
Na de kroning van Hatsjepsoet klom Senmoet snel op. Hij ontving de titel imi-r pr wr – een hoge aanstelling waarmee hij verantwoordelijk werd voor de voedselvoorziening aan het hof.
Niet veel later werd Senmoet ook de favoriete architect van Hatsjepsoet.
Naast de dodentempel ontwierp hij ook de vier grote obelisken bij de ingang van de tempel in Karnak, vlak bij Luxor.
Dat was een uitdagende constructie, want de obelisken waren niet alleen de hoogste van heel Egypte, maar moesten ook in één stuk uit de rots worden gehouwen.
Egyptologen weten uit papyri dat Hatsjepsoet Senmoet niet alleen haar prestigieuze gebouwen toevertrouwde, maar ook het onderwijzen van haar dochter Neferoe. Maar liefst zes beelden van de twee laten zien dat Senmoet een hechte band had met het meisje.
Graffiti onthullen opwindend moment
Door de buitengewoon hechte relatie tussen Hatsjepsoet en deze onderdaan vermoeden historici dat de belangstelling van de koningin voor de ambtenaar niet louter professioneel was.
Het vermoeden is onmogelijk te bewijzen, maar er zijn wel archeologische aanwijzingen:
Senmoet bleef namelijk vermoedelijk zijn hele leven ongehuwd en kinderloos – een ongebruikelijke situatie voor een man in zijn positie.
Senmoets status als vrijgezel blijkt onder meer uit afbeeldingen op steles en in het dodenboek in zijn grafkamer waar hij op staat met zijn ouders – en niet met een vrouw, zoals meestal.
Maar de duidelijkste aanwijzing voor de relatie tussen Senmoet en Hatsjepsoet werd gevonden tijdens de opgraving van een leeg graf bij de tempel. Op de muur stond een nogal opvallende tekening, waarschijnlijk gemaakt door arbeiders die het graf tijdens de bouw gebruikten als leefruimte.
De graffiti toont een figuur die een farao-achtige pruik draagt en geslachtsgemeenschap heeft met een man. De faraofiguur heeft brede schouders en een platte borst – precies zoals Hatsjepsoet zich liet afbeelden.
De man draagt traditionele bouwmeesterhoofdbekleding – een detail dat het nog waarschijnlijker maakt dat het om Senmoet gaat.
Senmoet was spoorloos verdwenen
Hoe lang de relatie tussen de twee standhield, is onbekend, maar toen Hatsjepsoet in 1458 v.Chr. op 50-jarige leeftijd overleed, was Senmoet al uit de geschiedenis verdwenen.
Er zijn geen bronnen die verwijzen naar zijn dood, en zijn mummie is nooit gevonden.
Egyptologen kunnen daarom slechts gissen naar wat er is gebeurd – en er zijn veel theorieën. Mogelijk werd Senmoet verbannen omdat andere machtige mannen de affaire maar niets vonden. Of de zoon en mederegent van de koningin, Thoetmosis III, begon Senmoet te zien als rivaal die uit de weg moest worden geruimd.
Hoe het ook zij, Thoetmosis stond te popelen voor een frisse start toen hij na de dood van zijn moeder aan de macht kwam. Hij probeerde haar naam van gebouwen en gedenktekens in heel Egypte af te halen.
Ook Senmoet kwam er niet ongeschonden vanaf. Zijn nog niet voltooide grafkamer werd vernield.
En toch kennen we Senmoet nu – met zijn handtekening in de dodentempel als het eeuwige bewijs van zijn band met de farao.