Toen ze in 2017 een andere verborgen ruimte in de Piramide van Cheops hadden ontdekt, zeiden de experts dat ze vermoedden dat er zich een holle ruimte bevond boven de hoofdingang. Dit is nu bevestigd.
Er zijn verschillende methoden gebruikt om het bestaan van de ruimte aan te tonen, waaronder ultrageluid, bodemradar en infraroodthermografie, waarbij beelden gemaakt worden op basis van infrarode straling.
De belangrijkste werktuigen zijn echter deeltjesdetectoren, die zogeheten muonen kunnen opsporen: elementaire deeltjes die gevormd worden wanneer kosmische stralen de atmosfeer van de aarde raken. Deze deeltjes gaan door weke materialen zoals huid en weefsel heen, maar worden tot op zekere hoogte geabsorbeerd door harde voorwerpen als stenen.
De wetenschappers detecteerden hoge concentraties muonen op bepaalde plaatsen onder en naast de piramide – een teken dat de deeltjes relatief ongehinderd door de stenen konden vanwege aanwezige holtes. Dit onderzoek is het eerste dat aan de hand van muonen een compleet beeld opbouwt met een onzekerheid van slechts enkele centimeters.
De onderzoekers deden hun werk zonder ook maar één steen van de oeroude piramide aan te raken.
Geleerden zijn het oneens over de ruimte
De onderzoekers zijn niet zelf in de ruimte geweest, maar hebben er wel beelden van gemaakt met behulp van een zes millimeter brede endoscoop, die tussen de stenen door paste. De beelden laten een stenen gang zien met een plafond met een zadelvorm. Het meest mysterieus zijn twee grote kalkstenen aan een uiteinde van de ruimte, die mogelijk nog een kamer verbergen.
‘De volgende grote vraag is: wat zit er achter deze stenen en onder de ruimte?’ zegt professor Christian Grosse, expert in niet-destructief onderzoek van de Technische Universität München, die het project leidt.
De Franse natuurkundige Sébastien Procureur, ook betrokken bij het onderzoek, denkt dat de ruimte een experiment kan zijn geweest om de structuur van het plafond te testen en er zo achter te komen of de gangen het forse gewicht konden dragen. Elders zijn geen testruimten aangetroffen, maar de structuur van het plafond komt wel op verschillende andere plaatsen terug.
Reg Clark, egyptoloog aan Swansea University en niet betrokken bij het onderzoek, is echter kritisch:
‘Ik denk dat de kleine gang met het schuine zadelplafond de druk op de oorspronkelijke hoofdgang van de piramide moest verlichten. Het is onwaarschijnlijk dat daarbinnen nog grote ontdekkingen worden gedaan,’ zegt de egyptoloog.