Shutterstock
Farao figuur

Farao was plaatsvervanger van de goden

De farao’s bezaten al het land van Egypte, konden met de goden spreken en hadden een cultus rond hun persoon. Maar door huwelijken met naaste familieleden holde de gezondheid van de heersers achteruit.

Ramses II beknibbelde niet op de versiering van zijn prachtige tempel in Karnak. Een schitterende zuilenhal vol bloedstollende taferelen liet de farao bouwen.

In de dikke muren van de tempel werd een lang en overdadig eerbetoon gebeiteld. De prachtige tableaus waarin de farao heldhaftig naar voren kwam in gevaarlijke situaties, waren adembenemend.

In volzinnen prees de kunstenaar Ramses voor zijn inzet in de zojuist gevoerde oorlog tegen de aartsvijand, het Anatolische krijgersvolk van de Hettieten, die de strategisch zeer belangrijke stad Kadesh in Syrië hadden bezet.

De toeschouwer begreep wel dat Ramses de Hettieten zo goed als in zijn eentje had overwonnen door zich vol vuur in de strijd tegen de vijand te werpen.

Met alleen de hulp van de zonnegod Amon-Ra raasde hij in zijn strijdwagen op de Hettitische wagens af, totdat die ratelend en knarsend omvielen. Ondertussen vluchtten de geslagen vijanden in paniek alle kanten op. Kadesh was bevrijd

‘En ze gaven hem miljoenen feesten, voor eeuwig op de troon van Ra, en alle streken en alle landen lagen nederig uitgestrekt voor zijn sandalen.’ Inscriptie in tempel van Karnak over Ramses II

Na de overwinning werd Ramses op een parade door de Egyptische goden zelf getrakteerd.

‘Welkom, geliefde zoon, koning van Opper- en Neder-Egypte,’ zeiden ze volgens de inscripties in de tempel van Karnak. En de mooie woorden over de zege van de koning gingen nog een tijdje door:

‘En ze gaven hem miljoenen feesten, voor eeuwig op de troon van Ra, en alle streken en alle landen lagen nederig uitgestrekt voor zijn sandalen.’

Het verhaal over de wederwaardigheden van Ramses II tijdens de Slag bij Kadesh in 1274 v.Chr. siert niet alleen de tempel van Karnak, maar ook een aantal andere van zijn grootse bouwwerken.

De farao was trots op zijn overwinning en iedereen die de monumenten bezocht, moest doordrongen zijn van zijn heldenmoed. En hij kreeg het zoals hij het hebben wilde, want dankzij de overwinning bij Kadesh en het monument in Karnak geldt Ramses II nog altijd als een van de machtigste farao’s van Egypte.

Ramses II valt de Hittieten aan

Tijdens de Slag bij Kadesh in 1274 v.Chr. versloeg Ramses II het leger van de Hittieten, dat wel 50.000 man telde.

© Henry’s Auktionshaus AG

Een muur vol propaganda

Het is dus een beetje een domper dat het verhaal met de werkelijkheid niet veel van doen heeft. Ramses wist in de Slag bij Karnak ternauwernood zijn hachje te redden, en de strijd eindigde onbeslist.

Zodra de partijen inzagen dat het niet tot een overwinning zou komen, sloten ze vrede. En Ramses had zijn hielen nog niet gelicht om thuis zijn zege van de daken te schreeuwen of de vijand had Kadesh al weer bezet.

Ramses was lang niet de enige farao die zich graag in mythen hulde, en de raadsels rondom de machtige heersers zijn dan ook talrijk.

Hoe kan het dat de farao’s 3000 jaar aan de macht waren met een bijna ononderbroken reeks heersers? Waarom noemden ze zichzelf farao? Waarom droegen ze geitenvellen? En kon een farao een vrouw in een jurk zijn?

We moeten de antwoorden zoeken in de loop van de geschiedenis, want de ontwikkeling van de farao – de stap van gewone koning naar godheid – voltrok zich geleidelijk over duizenden jaren

Farao Narmer

Narmer verenigde Egypte en wordt vaak de eerste farao genoemd.

© Osama Shukir Muhammed Amin

De geschiedenis van de farao’s is zo oud als het land zelf.

Egypte, dat eerder bestond uit een aantal kleine koninkrijken, werd rond 3150 v.Chr. verenigd door Narmer, de sterke leider en krijgsheer die Opper- en Neder-Egypte (het zuiden en het noorden) met militaire kracht bijeenbracht. Narmer was volgens de geschiedenisboeken de eerste officiële farao.

Narmer was formeel echter geen farao. De eerste heersers van het verenigde Egypte waren gewone vorsten.

De Egyptische versie van het woord farao – wat een Griekse spelling is – luidt op inscripties pero of per-a-o, geschreven met hiërogliefen als een samenstelling van het teken voor ‘huis’ en het teken voor ‘pilaren’, een teken dat hier ‘groot’ of ‘hoog’ betekent

Kaart van Egypte in 3100 v.Chr.

Rond 3100 v.Chr. werden Neder-Egypte (groen) en Opper-Egypte (rood) samengevoegd. De grootste steden waren op dat moment: 1. Ioenoe, 2. Memphis, 3. Abydos, 4. Thebe en 5. Nechen.

© Shutterstock

Met ‘het Grote Huis’ werd aanvankelijk alleen de koninklijke residentie bedoeld. Pas vanaf de 12e dynastie, 1985-1802 v.Chr., werd de titel van farao synoniem met de heerser en zijn familie, zoals in beleefdheidsfrases als ‘Het Grote Huis, moge het leven, voorspoed ervaren en in goede gezondheid zijn’.

Onder het nieuwe rijk (circa 1570-1069 v.Chr.) werd het woord ‘farao’ voor het eerst gebruikt als eretitel voor de heerser als persoon. Voor die tijd werden vorsten door hovelingen en buitenlandse gasten aangesproken met ‘uwe majesteit’.

Heersers uit het buitenland beschouwden de koning als hun gelijke en noemden hem ‘broer’. Beide aanspreekvormen werden alom gebezigd aan het hof, maar vanaf het nieuwe rijk zou de heerser van Egypte synoniem zijn met de grootse titel van farao.

Vier farao’s maakten Egypte groot

Zo’n 170 farao’s zwaaiden de scepter over het oude Egypte in zijn 3000 jaar lange geschiedenis. Velen van hen zijn nu vrijwel onbekend, maar de grootste en machtigste drukten hun stempel op het land.

Illustratie van piramide
© Shutterstock

Djoser bouwde eerste piramide

Djoser (vanaf 2670 v.Chr.) liet als eerste een piramide als grafmonument bouwen. De 62 meter hoge trappiramide vormde de inspiratie voor alle latere grafmonumenten. De farao vernieuwde ook de architectuur door baksteen te vervangen door natuursteen.

Vrouwelijk symbool
© Shutterstock

Vrouwelijke farao bevorderde handel

Hatsjepsoet (1479-1458 v.Chr.) werd ingezet als medefarao tot de driejarige Thoetmosis III oud genoeg was om te regeren, maar ze weigerde de macht uit handen te geven. Als farao bevorderde Hatsjepsoet de handel met het buitenland en bracht ze Egypte tot bloei.

Schaakstuk
© Shutterstock

Egyptische Napoleon verloor nooit een slag

Thoetmosis III (1479-1425 v.Chr.) was een kundig legerleider die het Egyptische Rijk groter maakte dan ooit tevoren. In het zuiden kwamen zijn troepen tot in Nubië met al zijn goud, en in het noordwesten drongen de soldaten door tot het zuiden van het huidige Syrië, dat ze aan zich onderwierpen.

Roeptoeter
© Shutterstock

Ramses II was meester in propaganda

Ramses II (1290-1224 v.Chr.) versloeg in 1274 v.Chr. de Hettieten in de Slag bij Kadesh in Syrië, wat Ramses de nodige propaganda opleverde. Dat deed ook het grote aantal indrukwekkende bouwwerken dat Ramses als bouwheer neerzette.

Rijk overleeft duizenden jaren

Egyptische koningen en farao’s regeerden meer dan 3000 jaar over een verenigd rijk, een opmerkelijke stabiliteit in een tijd waarin rijken binnen enkele eeuwen opkwamen en ten onder gingen. Zelfs het latere Romeinse Rijk bestond maar een kleine 1000 jaar.

Het oude Egypte is dus een van de langdurigste en meest succesvolle beschavingen ooit, en de kern daarvan werd gevormd door een fanatiek geloof en steun voor de heerser van het rijk: de farao.

De blinde loyaliteit van de Egyptenaren is onder meer gebaseerd op het idee van de farao als een opstapje naar de goden en handhaver van de kosmische orde, maät. Twijfelen aan de farao zou fataal uitpakken.

Daarom was het een geniale zet toen farao Raneb (rond 2800-2750 v.Chr.), ook wel bekend als Nebre, de zonnegod Ra aan zijn naam koppelde en zo zijn heerschappij met de goden verbond.

Na Raneb waren de farao’s ervan overtuigd dat hun macht en succes verband hielden met de goede wil van de goden. Die welwillendheid van hogere machten was cruciaal in het oude Egypte.

Alleen door op goede voet te staan met de goden konden de Egyptenaren zichzelf tegen de vele gevaren van het dagelijks leven beschermen: de verschroeiende woestijnzon, vijanden die op de loer lagen in naburige rijken, en droogte, waardoor de Nijl niet buiten zijn oevers kon treden – met als gevolg misoogsten, honger en dood.

Schilderij van zonnegod Ra

De zonnegod Ra was een van de belangrijkste mythologische figuren. Hij werd afgebeeld met de kop van een valk met de zon boven zich.

© The Yorck Project

De gewone Egyptenaar kon in de tempel en thuis wel offeren aan de goden, maar de farao kon als enige rechtstreeks met de goden communiceren.

Om te helpen met de dagelijkse rituelen had de farao een leger priesters om zich heen, maar alleen hij was ervoor verantwoordelijk dat de rituelen werden uitgevoerd.

Zonder farao op de troon konden de goden eten noch drinken ontvangen, noch de wierook die ter ere van hen werd gebrand. Offeren aan de goden was echter niet genoeg.

Om er zeker van te zijn dat de zon elke dag in het oosten opkwam en in het westen onderging, dat er regen viel en dat de zielen van voorouders hun weg naar het hiernamaals vonden, moesten de Egyptenaren rekening houden met maät – een soort karma.

‘Maät is goed en de waarde ervan is blijvend. Hij is niet veranderd sinds de dag van de schepping. Degene die ertegenin gaat, wordt echter gestraft.’ Vizier Ptahotep van farao Djedkare, ca. 2400 v.Chr.

Wat maät is, weten onderzoekers uit inscripties en papyrusteksten, zoals de Papyrus van Ani, een rol die rond 1250 v.Chr. is gemaakt door de schrijver Ani uit de antieke stad Thebe.

Uit het manuscript blijkt dat wie maät wil aanhouden, niet liegt, steelt, scheldt en geen geweld gebruikt.

‘Maät is goed en de waarde ervan is blijvend. Hij is niet veranderd sinds de dag van de schepping. Degene die ertegenin gaat, wordt echter gestraft,’ luidt een tekst die is toegeschreven aan de vizier Ptahotep van farao Djedkare.

Het negeren van maät kon tot het tegendeel daarvan leiden: isfet, chaos, de toestand die de Egyptenaren het meest vreesden.

Het streven naar maät was zo cruciaal dat het soms tot oorlog leidde, hetzij omdat vijanden de Egyptenaren bedreigden, hetzij omdat de Egyptenaren dingen nodig hadden van andere rijken en heersers om maät te kunnen naleven, zoals goud en wierook voor de goden die ze konden offeren in de tempels.

Ramses, die zichzelf als eretitel ‘De zegevierende stier, bemind door Maät’ gaf, kon daarom rustig pochen over zijn prestaties in de Slag bij Kadesh; geweld was dan wel verboden, maar het streven van een farao naar maät overvleugelde alles.

Egyptisch godenschilderij

Elke farao had zijn lievelingsgoden. Op kunstwerken staat de heerser meestal op gelijke hoogte met de goden.

© Shutterstock

Farao bepaalde zelf zijn uiterlijk

Op de vele beelden die Ramses II van zichzelf liet maken, is hij lang en knap en heeft hij een mooi gezicht met regelmatige trekken.

Uit archeologisch onderzoek naar Ramses’ mummie blijkt dat daar niet veel van gelogen is. De zelfbewuste farao had zo te zien een mooi, krachtig gezicht met volle lippen en hoge jukbeenderen.

En daarin is Ramses een uitzondering, want het uiterlijk van de farao’s kwam niet altijd overeen met de artistieke weergave.

Het masker van Toetanchamon – een goddelijk mooi en jong gezicht van goud – heeft een vertekend beeld opgeleverd van de koning, die in 1323 v.Chr. rond zijn 18e stierf.

Volgens een legende kwam de koning na een val van zijn strijdwagen ongelukkig neer. Dit romantische beeld werd gevoed toen egyptologen later constateerden dat de koning korte tijd voor zijn dood een been had gebroken.

Graf Toetanchamon met archeoloog

Toetanchamons graf werd in 1922 ontdekt en is nog steeds het best bewaard gebleven faraograf.

© Harry Burton

Nader onderzoek prikte de mythe echter al snel door: in werkelijkheid was Toetanchamon een wrak.

Uit DNA-analyses maakten de onderzoekers op dat hij aan malaria leed, en zelfs aan een van de meest agressieve vormen. Maar dat was nog niet de ergste kwaal.

Door 2000 scans van de mummie van de dode koning te maken konden wetenschappers van het Imperial College London Toetanchamons hele lichaam bestuderen – en dat bleek een ziekelijk lichaam, verzwakt door jarenlange inteelt.

Zijn tanden stonden scheef en staken naar voren, en zijn heupen waren breed als die van een vrouw.

Door inteelt waren ook Toetanchamons voeten zo scheef gegroeid dat hij er onmogelijk op kon staan. In evenwicht blijven op een strijdwagen had er niet in gezeten; de koning moest met een stok lopen.

Nu weten we dat Toetanchamons ouders broer en zus waren, en volgens onderzoekers was de oorzaak van Toetanchamons vroegtijdige dood een hormonale kwaal, die een gevolg was van inteelt.

Uiterlijk ging boven alles

De functie van farao was omgeven met rituelen en mythen, en vooral wat de heerser op zijn hoofd zette, was van groot belang.

Shutterstock

De cobra staat symbool voor Wadjet, een van de eerste Egyptische goden en de beschermer van de Nijldelta.

Shutterstock

De onderdanen mochten het haar van de farao nooit zien. Daarom droeg hij altijd een kroon of een hoofddoek van gestreepte stof.

Shutterstock

Een kunstbaard van geitenhaar, soms met gouddraden erdoor geweven, gaf de goddelijke status van de farao aan. Onder de sik was de farao gladgeschoren.

Shutterstock

Lengte duidt op incest

Al lang vóór het onderzoek van Toetanchamons mummie was bekend dat incest en inteelt normale praktijken waren.

Inscripties vertellen ons dat een huwelijk tussen zus en broer of vader en dochter vrij gebruikelijk was. Maar de Egyptische overheid heeft lange tijd verboden DNA-monsters te nemen van faraomummies, dus er viel weinig te bewijzen.

Onderzoekers in het Zwitserse Zürich hebben echter een manier gevonden om zonder ingreep het erfelijk materiaal te bestuderen van allerlei mummies.

Ze hebben de lengte gemeten van 259 mummies uit vrijwel alle perioden in de Egyptische geschiedenis en vervolgens het gemiddelde van de farao’s vergeleken met de gemiddelde lengte van de gewone Egyptenaar uit dezelfde tijd. Lengte is sterk erfelijk bepaald, en een gelijke lengte onder een bepaalde groep – zoals vorsten – is daarom een sterke aanwijzing dat er inteelt plaatsvond.

Het resultaat van de Zwitserse wetenschappers bevestigt het vermoeden: de lengte onder vorsten varieert veel minder sterk dan onder het gewone volk.

Mannen waren gemiddeld 161 centimeter in het Nieuwe Rijk (1550-1070 v.Chr.) tot 169,6 centimeter in de periode 2925-2575 v.Chr. Vrouwen waren 155,6 centimeter in de periode 712-332 v.Chr. tot 159,5 centimeter in de vroege dynastieke periode.

Farao Ramses mummie gezicht

Uit onderzoek van de mummie van Ramses II blijkt dat hij met 173 cm de langste farao was en rood haar had.

© G. Elliot Smith

De gemiddelde lengte van farao’s week echter zelden af van de norm. Mannen van koninklijke families waren gemiddeld ongeveer even lang als de farao, zo’n 165 centimeter, en vrouwen 156,7 centimeter.

Koning Amenhotep I (1526-1506 v.Chr.) vertoonde volgens de onderzoekers de duidelijkste tekenen van inteelt. Hij was namelijk 165 centimeter lang – precies zo lang als het gemiddelde voor farao’s.

De onderzoekers zijn daar echter niet verbaasd over. De farao’s hebben generaties lang huwelijken tussen broers en zussen gestimuleerd, dus rond de 18e dynastie – de tijd waarin de macht van de farao’s op zijn hoogtepunt was, culmineerde de inteelt. En dat is ook te zien bij Amenhotep en Toetanchamon.

In een poging om hun positie als goddelijke leider te versterken, was het nog belangrijker om het bloed van het vorstelijke geslacht zo zuiver mogelijk te houden. En dat ging nu eenmaal het beste met een huwelijk tussen verwanten. Vooral het huwelijk tussen zus en broer was populair.

Op die manier deden de vorsten namelijk hetzelfde als de goden Isis en Osiris, ook broer en zus, en volgens de mythe de hemelse voorouders van de farao’s.

Zuiver bloed werd overgeërfd

Geschiedkundigen weten dat Toetanchamon deze traditie van inteelt voortzette en trouwde met zijn halfzus Anchesenamon. Een onderzoek van twee kinderlijkjes die in Toetanchamons grafkamer zijn gevonden, wijst uit dat hij en Anchesenamon samen twee meisjes kregen – allebei dood geboren.

Het gebruik om binnen de familie te trouwen, kwam ook terug bij de Ptolemaeën, de Griekse heersers van Egypte die de macht daar overnamen nadat Alexander de Grote het land in 332 v.Chr. veroverd had.

De ouders van koningin Cleopatra – de laatste farao van Egypte, die in 30 v.Chr. stierf – waren vermoedelijk ook broer en zus, en zelf trouwde de koningin met twee van haar broers.

Omdat de Egyptenaren het koninklijk bloed zo graag zuiver wilden houden, ging het faraoschap meestal van vader op zoon over, en als kind al werd de troonopvolger bijgebracht hoe hij zijn plichten als heerser het beste kon vervullen.

  1. De vlegel stond voor de vruchtbaarheid van de grond.
  2. De kromstaf symboliseerde dat de farao als een herder over zijn volk heerste.
© Shutterstock

Maar soms liep de erfelijke lijn anders. Een vorst kreeg immers niet altijd een zoon, en soms stierf de vader terwijl zijn kind nog klein was en moest een ander familielid het stokje overnemen.

Zo verliep het bijvoorbeeld toen Hatsjepsoet, een van de opmerkelijkste farao’s van Egypte, op de troon kwam. Hatsjepsoet werd rond 1508 v.Chr. geboren als een dochter van farao Thoetmosis I en koningin Ahmose.

Het meisje trouwde reeds op jonge leeftijd met haar halfbroer. Maar Hatsjepsoets man was ziekelijk: hij had lepra, en kort na de bruiloft stierf hij.

Volgens het plan zou Thoetmosis III, zijn zoon uit een ander huwelijk, farao moeten worden, en aangezien de jongen nog maar drie jaar was, werd Hatsjepsoet als mederegent aangewezen.

Maar toen Thoetmosis de volwassen leeftijd was genaderd, weigerde Hatsjepsoet terug te treden. Sterker nog, ze nam geleidelijk aan afscheid van al haar titels die ze als vrouw had verworven – in haar hoedanigheid van koningsdochter – en noemde zichzelf farao.

Schrijvers stonden hoog in aanzien in het oude Egypte. Ze waren verantwoordelijk voor administratie en financiën.

© Musée du Louvre

Machtpiramide had 9 treden

Onderklasse

Onderaan stonden slaven en boeren. De laatsten bewerkten de akkers, fokten vee, hielden kanalen en bekkens in goede staat, werkten in groeven en hielpen met koningsmonumenten.

8: Boeren
9: Slaven

Shutterstock

Middenklasse

Edelen konden onder meer leren voor arts, bouwheer of schrijver. Tot de middenklasse behoorden ook ambachtslieden, die papyrusproducten, sieraden, aardewerk, gereedschap en andere handige dingen maakten en verkochten.

4: Artsen, bouwheren
5: Schrijvers, kooplieden
6: Ambachtslieden
7: Soldaten

Shutterstock

Hogere klasse

De koninklijke familie en andere edelen van de hogere klasse dienden soms als priester. Zelfs binnen de koninklijke familie waren er statusverschillen. De farao had een favoriete vrouw, en haar kinderen waren de elite van de familie, die soms minister werden en de titel van farao konden erven.

1: Farao
2: Vizieren
3: Adel en geestelijkheid

Shutterstock

Afbeeldingen met een geitensik

Afbeeldingen van Hatsjepsoet laten de farao in mannenkleding en met een valse sik zien. Enkele historici denken dat de vrouwelijke farao zich verkleedde als een man om geen aanstoot te geven. Anderen gaan ervan uit dat Hatsjepsoet alleen in het begin mannenkleding droeg, tot de mensen gewend waren geraakt aan een vrouw op de troon.

Waarschijnlijk is geen van deze aannames juist. Hatsjepsoet kon niemand met haar baard voor de gek houden. De mannelijke farao’s hadden namelijk net zo weinig gezichtsbeharing als Hatsjepsoet, want ze schoren zich glad.

Schilderijen en beelden van vorsten hebben een baard die is gevlochten van geitenhaar met gouden draden erdoorheen geweven, die de status van de farao als een godheid weergeeft – waar Hatsjepsoet zich met haar baard graag bij aansloot. Waarschijnlijk droeg ze de baard alleen bij religieuze ceremoniën, net als andere farao’s.

Omdat religie alles bepaalde, moest Hatsjepsoet haar machtspositie neerzetten met de goedkeuring van de goden. En de jonge vrouw werd al snel een expert in personal branding.

We weten dat ze zichzelf in de markt zette als een dochter van de zonnegod zelf, de machtige Amon. En een legende die populair werd in Hatsjepsoets tijd vertelt hoe de voortplanting tussen Amon en Hatsjepsoets moeder eraantoe ging.

‘Mijn dochter zal Hatsjepsoet heten. Ze moet de koninklijke macht over heel Egypte hebben.’ De god Amon volgens een reliëf in Hatsjepsoets graftempel

‘Amon nam de gedaante aan van de nobele farao Thoetmosis en trof de koningin slapend in zijn kamer aan. Toen de delicate geur die van hem af stroomde zijn aanwezigheid verraadde, werd ze wakker. Hij gaf haar zijn hart en verscheen aan haar in al zijn goddelijke pracht. Toen hij de koningin naderde, huilde ze van vreugde. Ze zag zijn kracht en schoonheid, en hij gaf haar zijn liefde.’

En blijkbaar was de god zo dol op zijn nieuwe dochter dat hij de tijd nam om haar te prijzen in inscripties in het hele rijk.

‘Mijn dochter zal Hatsjepsoet heten. Ze moet de koninklijke macht over heel Egypte hebben,’ aldus Amon op een reliëf in Hatsjepsoets graftempel.

Toen ze eenmaal stevig in het zadel zat, deed Hatsjepsoet niet meer moeilijk over haar geslacht. Op latere afbeeldingen verhult ze niet langer dat ze een vrouw is: ze is afgebeeld met een lange, nauwsluitende jurk.

Alleen het hoofdornament – nemes genaamd – dat hoort bij het dagelijkse kostuum van de farao geeft prijs dat Hatsjepsoet de heerser van haar land is. En ook de officiële propaganda verhulde niet langer haar vrouwzijn.

‘Naar haar kijken was mooier dan wat dan ook. Haar ongelooflijke gratie en vormen waren goddelijk,’ liet de farao haar mensen schrijven.

Farao Thoetmosis

Thoetmosis III was de grootste oorlogsfarao.

© Musée du Louvre

Hiervan zijn we zeker

  • De farao was de machtigste persoon van Egypte.
  • De farao’s heersten gedurende meer dan 3000 jaar over Egypte.
  • Het lot van het rijk hing af van de heerser, die als goddelijk werd beschouwd.
  • Alleen via de farao kon het volk met de goden in contact treden.
  • De farao was de handhaver van de kosmische orde, maät geheten.
  • De farao was het machtigst tijdens de 18e dynastie, een tijd van voorspoed en welzijn. Vanaf de 12e eeuw v.Chr. ging het bergafwaarts.

Godinnen trokken ten strijde

Dat Egypte een vrouwelijke farao kreeg, is niet zo vreemd als het vandaag de dag misschien lijkt, weten de onderzoekers.

Het wereldbeeld van de Egyptenaren was afhankelijk van mannelijke en vrouwelijke elementen, die elkaar aanvulden en die in evenwicht werden gehouden door Maät, de godin van de orde die de farao moest zien te handhaven.

Tal van godinnen speelden daarom een krachtige rol in het Egyptische godenuniversum. Hathor was bijvoorbeeld de godin van de oorlog, en de uitdrukking ‘de farao ging tekeer als Hathor’ werd gebezigd wanneer een heerser hard optrad tegen de vijanden op het slagveld.

Ook buiten de tempel van de farao waren er vrouwelijke leiders. Hoewel veruit de meeste vrouwen thuis op de kinderen pasten, was het niet ongebruikelijk voor een vrouw om te werken als een administrateur, boekhouder, arts of rechter.

In de Vallei der Koningen bij het huidige Luxor vinden we de grafkamers van zo’n 20 farao’s.

© Shutterstock

Sommigen deden zelfs dienst als vizier (eerste minister) of als onderkoning. Vrouwen waren zelfs zo prominent aanwezig in de samenleving dat Herodotus, de Griekse geschiedschrijver die Egypte rond 450 v.Chr. bezocht, verzuchtte dat de Egyptenaren ‘de gangbare praktijk voor de mensheid op zijn kop hebben gezet’.

Hatsjepsoet was dan ook lang niet de enige vrouwelijke farao, noch de eerste. Volgens de geschiedkundigen waren er onder Hatsjepsoets voorgangers ten minste twee belangrijke vrouwelijke farao’s: Chentkaoes (circa 2550-2510 v.Chr.) en Neferoesobek (circa 1830-1785 v.Chr.).

En de opgravingen van Chentkaoes’ grafkamer uit 1933 tonen haar zittend met een valse baard – maar in vrouwenkleding, op een troon met een scepter in haar hand en op haar hoofd de koninklijke uraeus, een hoofdornament dat lijkt op een cobra die klaar is om aan te vallen.

Op een inscriptie staat de titel van de farao. ‘De koning van Opper- en Neder-Egypte. Moeder van Opper- en Neder-Egypte,’ vertellen de hiërogliefen in de grafkamer.

Bij de opgraving van Chentkaoes’ dodenkamer kwam ook een grafcomplex aan het licht dat zo groot was dat alleen de heerser van het land het had kunnen laten bouwen. Het graf is zelfs zo groot dat sommige archeologen het de vierde piramide van Gizeh noemen.

Neferoesobek bouwde een groot tempelcomplex en een piramide voor haar vader. Volgens onderzoekers liet ze ook een piramide voor zichzelf in de buurt van Dasjoer bouwen, maar die is helaas nooit gevonden.

Pas vanaf circa 1880 wordt er in Egypte systematisch archeologisch onderzoek gedaan.

© Library of Congress

De vrouwelijke farao’s zijn op allerlei manieren uit de geschiedenis geschreven. Zelfs Hatsjepsoet was lange tijd vergeten.

Toen ze in 1458 v.Chr. stierf, nam haar stiefzoon Thoetmosis III het van haar over, en een paar jaar later liet hij de naam van zijn stiefmoeder van alle monumenten verwijderen en vernietigde hij de beelden die haar voorstelden.

Pas in 2007 vonden de archeologen de mummie van Hatsjepsoet in de Vallei der Koningen. Toevallig hadden ze een tand van haar gevonden in een doos met daarop de cartouche van de farao – een ovaal kader waarin de naam van farao is geschreven met hiërogliefen, omlijst door een koord.

Met behulp van de tand konden de archeologen met röntgen- en DNA-analyses het lichaam al snel identificeren als Hatsjepsoet.

De studie toonde aan dat ze rond de 50 was toen ze stierf, kaal aan het worden was en diabetes, artritis en botkanker had. Waarschijnlijk is de kanker haar fataal geworden, en wetenschappers denken nu te weten waardoor Hatsjepsoet ziek werd.

Een flesje in het Egyptische museum in Bonn draagt een inscriptie die zegt dat het van Hatsjepsoet was. De onderzoekers dachten lang dat het parfum bevatte, maar een scan toont aan dat de substantie op de bodem van het flesje daar te dik en plakkerig voor is.

Er blijkt een crème in te zitten met een hoog gehalte aan nootmuskaatolie en palmolie, evenals resten van teer van het soort dat in sigaretten zit.

Verschillende leden van Hatsjepsoets familie leden aan een ernstige vorm van eczeem, en mogelijk behandelde de farao haar huid met deze crème en is ze later overleden aan de kankerverwekkende stoffen in de teer.

Nefertiti was de moeder van Toetanchamon en regeerde samen met haar man Achnaton. Het echtpaar heerste in een bloeitijd van Egypte en voerde een religieuze revolutie door: voortaan mocht er nog maar één god aanbeden worden, de zonnegod Aton.

© Shutterstock

Dit willen we nog weten:

Halfgod komt zonder geld te zitten

Onder Hatsjepsoet bloeide Egypte op. Dezelfde voorspoed genoot het land onder de praalzuchtige Ramses II. De archeologen en geschiedkundigen weten nu dat de overwinning van de farao op de Hettieten twijfelachtig was.

Opgravingen van de tempel in Karnak laten zien dat Ramses niet alleen opschepte, maar ook valsspeelde. Archeologisch onderzoek toont aan dat Ramses zijn bouwers de opdracht gaf om de oorlogsscènes in de tempel met zijn vader Seti erop zodanig te veranderen dat het leek alsof Ramses zelf betrokken was geweest bij de strijd.

De propaganda werkte, en waarschijnlijk was Ramses machtiger en populairder dan enige andere farao ooit. Hij slaagde er zelfs in – door tempels te bouwen en door het priesterschap te spekken – om zichzelf in het hele land te laten vereren.

Ongeveer 100 jaar later kreeg de farao het zwaar. De macht van Ramses III nam al af. De rampspoed sloeg toe toen de zogenoemde Zeevolken het land aanvielen.

De Egyptenaren hadden de overhand, maar de prijs was hoog, zowel qua mensenlevens als financieel. De rijkdom van Egypte slonk. Ramses kon zijn arbeiders niet betalen, die het moesten doen zonder de dagelijkse rantsoenen.

Door de slechte omstandigheden en gevallen van corruptie staakten de arbeiders op de bouwplaats in Deir el-Medina, een complex van koningsgraven.

Veel gewone Egyptenaren twijfelden of de farao de maät wel kon handhaven, en in 1186 v.Chr. was er geen houden meer aan – het nieuwe rijk ging ten onder. Een turbulente tijd volgde, en in 525 v.Chr. werden de Egyptenaren verslagen door de Perzen.

De farao zag zijn prestige en reputatie verbleken, wat Alexander de Grote met zijn verovering in 331 v.Chr. nog eens verergerde. Hoewel de heersers de titel behielden, was het ambt van farao nog maar een wassen neus.

En in 30 v.Chr. was het allemaal voorbij. Cleopatra, de laatste farao, werd verslagen door de Romeinen en de titel ‘farao’ werd verwezen naar de geschiedenisboeken.

© HISTORIA

MYSTERIES

Dit artikel komt uit de reeks MYSTERIES. Elk deel duikt in raadsels uit het verleden, van de tempeliers tot de occulte wereld van de nazi’s.

Bekijk alle titels en bestel ze hier: www.historianet.nl/mysteries