Giuseppe Rava/Bridgeman Images
Ramses II, Slag bij Kadesh

Egyptische oorlogsfarao viel felbegeerd land binnen

Wie Syrië regeert, regeert de hele wereld. Dat wist iedereen in de oudheid, en daarom bracht de machtige farao Ramses II het sterkste Egyptische leger aller tijden op de been. De troepen trokken naar het noorden, maar achter de vestingstad Kadesh wachtte de vijand.

Diep ademt Ramses II de avondlucht in. Vanaf zijn gouden troon geniet de farao van deze zachte meiavond, terwijl zijn krijgers klaarstaan in het tentenkamp dat is versterkt met aarden wallen en schilden. Er zijn meer troepen in aantocht; morgen zullen al zijn soldaten er zijn.

De farao heeft zijn allerbeste leger verzameld voor deze beslissende slag – de aanval op de plaats Kadesh.

De Hettieten, zijn aartsvijanden, zijn al in paniek vertrokken, zo weet hij van enkele lokale bedoeïenen die zijn leger eerder die dag tegenkwam.

‘Ze zijn tot de tanden bewapend en staan klaar voor de strijd achter het oude Kadesh.’ Twee verkenners zien dat de Hettieten op de loer liggen

Toen de Egyptenaren hun vroegen waar de rest van de bedoeïenenstam was, antwoordden de twee mannen onderdanig:

‘Zij zijn waar die ellendige koning van de Hettieten is. Want de Hettieten zijn naar het land Aleppo ten noorden van Turnip gevlucht uit vrees voor de farao.’

Ramses weet dat Aleppo drie à vier dagreizen van hen vandaan ligt. Nu is het een koud kunstje om Kadesh in te nemen. En als die belangrijke stad is veroverd, kan hij zo Syrië in trekken, waar de vruchtbare grond en de vele handelswegen voor hem open liggen. Hij heeft Kadesh al in zijn zak.

Syrië is de sleutel tot de wereld

Ramses II kende het belang van de op handen zijnde slag als geen ander.

Als kind had hij aan het einde van de 15e eeuw v.Chr. ademloos geluisterd naar de verhalen over zijn voorouders die een paar eeuwen eerder grote delen van Syrië veroverden. Het rijk van de farao’s liep helemaal door tot aan de grens tussen het huidige Turkije en Syrië.

De verovering was bijzonder gunstig geweest voor Egypte. Syrië was destijds hét internationale handelsknooppunt. Goederen als ivoor, koper, tin en faience uit Iran, Afghanistan en andere afgelegen streken stroomden het land binnen, en de Syrische havens domineerden heel de oostelijke Middellandse Zee.

Ramses II, Vallei der Koningen

De mummie van Ramses werd in 1883 uit een graf in de Vallei der Koningen gehaald.

© G. Elliot Smith/Wikimedia Commons & Shutterstock

Farao was geboren voor roem

Dankzij zijn ligging was Syrië in strategisch opzicht het belangrijkste gebied ter wereld. Wie Syrië in handen had, bestuurde de aardbol.

Ter bezegeling van de Egyptische verovering sloot het land vrede met de Mitanni, die rond 1500 v.Chr. het noorden van Syrië bestuurden. Dankzij deze 30-jarige vrede konden karavanen uit de gehele bekende wereld ongehinderd tussen Egypte en Syrië reizen.

In de geannexeerde gebieden was de dagelijkse leiding in handen van lokale heersers. De ambtenaren van de farao hielden zich bezig met het innen van belasting.

Het geld kwam ten goede aan Egypte, waar imposante bouwwerken werden neergezet en een groot, goed functionerend leger werd georganiseerd door een al even machtige staat. Ramses II was met recht trots op zijn land.

Hettieten grijpen de macht

Egypte was hard op weg een politieke en economische grootmacht te worden, tot de idylle begin 14e eeuw v.Chr. werd verstoord.

De Hettieten – een volk van de Russische steppen – regeerden al eeuwenlang over Anatolië en besloten nu om ook Syrië in te nemen.

In 1349 v.Chr. hadden de Hettieten het rijk van de Mitanni ten val gebracht en de heerschappij in het gebied overgenomen.

‘Blijf weg van de slag.’ Bevel aan de zonen van de farao

Toen Ramses aan de macht kwam, hadden de Hettieten Kadesh allang veroverd. Maar toen de bondgenoten van Egypte in Syrië in zijn vierde regeringsjaar overliepen naar de machtige Hettieten, was voor de farao de maat vol.

De verloren gebieden van Egypte moesten worden heroverd.

Jaartal van de slag is onbekend

De toenmalige Egyptische tijdrekening wijkt af van de moderne kalender. We weten daarom niet precies in welk jaar de Slag bij Kadesh plaatsvond. Sommige geschiedkundigen dateren de slag in 1274 v.Chr., andere denken dat het in 1285 v.Chr. of 1300 v.Chr. was.

Vast staat dat Ramses in de maand april naar Syrië trok. Hij had een machtig leger bij zich dat uit vier divisies bestond met elk 5000 man en 500 strijdwagens.

Daarnaast had de farao een reserveleger dat bestond uit inwoners van door Egypte bestuurde gebieden of uit Egyptenaren die naar die gebieden waren uitgezonden.

Nubiër, Libiër, Egyptenaar, soldaten

Het leger van Ramses bestond o.a. uit boogschutters uit Nubië (l) en Libië (midden), en Egyptisch voetvolk (r).

© Osprey Publishing & Shutterstock

Gevangenen werden elitekrijgers

Ook gingen er hofbedienden mee en een aantal zonen van de farao, die werden opgeleid tot krijgsheer.

De best begaanbare route naar Syrië was omgeven door twee bergketens en liep door de Bekavallei. Het alternatief was een kronkelweg langs de Middellandse Zee, en over de vele rivieren die daarin uitkwamen.

Kadesh lag aan het uiteinde van het dal en had dus een sleutelpositie. Ramses móést de stad innemen om zijn droom van een Egyptisch Syrië te verwezenlijken.

Ramses wordt misleid

Ramses’ planning werd verstoord door commotie buiten de tent. Enkele van zijn lijfwachten sleepten twee angstige, zwaar gehavende mannen naar binnen. Ramses was verbaasd om hen te zien. ‘Wie zijn jullie?’, vroeg de farao bars.

Uit angst voor meer slaag bekenden de mannen alles. Ze waren Hettitische verkenners en vertelden dat Ramses was misleid door de twee bedoeïenen die zijn soldaten eerder die dag hadden ontmoet.

Volgens de bedoeïenen hadden de Hettieten de benen genomen en waren ze ver weg. In werkelijkheid had de Hettitische koning, Muwatalli II, de twee bedoeïenen gestuurd om Ramses wijs te maken dat de Hettieten niet klaar waren voor een gevecht.

In feite was Muwatalli terdege voorbereid, zeiden de twee murw geslagen spionnen. De Hettieten lagen in positie aan de andere kant van de rivier de Orontes bij Kadesh ‘met hun infanterie en strijdwagens en hun wapens, en ze zijn talrijker dan de zandkorrels op de oever. Ze zijn tot de tanden bewapend en staan klaar voor de strijd achter het oude Kadesh’, zoals het officiële rapport luidt dat Ramses liet opstellen.

Ramses snoefde op reliëfs

De Egyptische reliëfs vormen een belangrijke bron voor de Slag bij Kadesh. Maar objectief zijn ze niet.

De Slag bij Kadesh is een van de best beschreven slagen uit de oudheid, maar de bronnen zijn vrijwel allemaal Egyptisch.

Reliëfs uit de dodentempel van Ramses bij Luxor bijvoorbeeld, waarop de farao zijn versie van de slag laat zien. Volgens die lezing hakte de farao vrijwel eigenhandig de Hettieten in de pan.

De grootte van de figuren op Egyptische reliëfs geeft hun status aan – de farao is dus altijd het grootst.

Daarnaast werkten de Egyptische beeldhouwers niet met chronologie, waardoor de scènes in willekeurige volgorde zijn weergegeven.

Ramses II, Slag bij Kadesh, reliëf

Egyptenaren tuigen twee Hettitische spionnen af om informatie te krijgen.

1

Ramses zit op zijn troon met de rug naar het slagveld. Raadgevers vertellen dat de Hettieten vlak bij Kadesh gelegerd zijn.

2

Hettitische strijdwagens doen een aanval op het Egyptische kamp.

3

Ramses’ lijfwachten – krijgers van het zeevolk – maken zich op voor de strijd. Ze hebben hoorns op hun helm.

4

Soldaten van de farao sleuren de Hettieten van hun wagens en doden ze.

5
© Osprey Publishing & Shutterstock

De farao was woest. Hij had zich in de luren laten leggen door de bedoeïenen met hun mooie praatjes over Muwatalli die in paniek voor hem zou zijn gevlucht. Ramses was razend en zat met zijn handen in het haar, want hij had zijn hele leger verspreid.

Het Egyptische leger was een maand eerder vertrokken uit Pi-Ramesse in de Nijldelta.

Het leger moest ruim 600 kilometer afleggen, en om ervoor te zorgen dat de soldaten onderweg zelf in hun onderhoud konden voorzien, had Ramses zijn leger opgesplitst in vier divisies.

Slechts één ervan was intussen aangekomen in Ramses’ kamp, 10 kilometer onder Kadesh. Als de Hettieten nu aanvielen, was hij verloren.

Hettieten vallen per ongeluk aan

Ramses gaf zijn vizier, een van zijn naaste raadgevers, onmiddellijk opdracht om de divisies tegemoet te rijden en ze aan te sporen vaart te maken. Toen de vizier in alle vroegte de soldaten bereikte, kwamen deze meteen in actie en reden in allerijl in de richting van Kadesh.

De Ra-divisie, die het dichtst bij het kamp van de farao was, had overnacht bij de stad Ribla, 15 kilometer ten zuidoosten van Kadesh. De soldaten gingen meteen op pad om Ramses te ontzetten.

De infanteristen, met hun herkenbare gestreepte hoofddeksel en met linnen beklede harnas, gingen voorop. Ze droegen hun schild op de rug en hun boog en speer over de schouder. Achter hen reden de strijdwagens in een wolk van stof.

Voor hen strekte de vlakte zich uit zo ver het oog kon zien, totdat ten slotte het silhouet van de imposante vesting Kadesh zich aftekende tegen de blauwe hemel.

De divisie wist dat de veldslag pas mocht beginnen als Ramses de tijd had gehad om al zijn troepen op te stellen. De ramp die zich nu voor hen ontvouwde, kwam dan ook totaal onverwacht en veroorzaakte zelfs bij de meest doorgewinterde krijgers paniek.

Ramses II, Slag bij Kadesh

Reliëfs in tempels geven details weer van de Slag bij Kadesh, maar wel door een Egyptische bril.

© Ismoon/Wikimedia Commons

Vanachter de bomen rechts van de Egyptenaren kwam een groot aantal Hettitische strijdwagens tevoorschijn.

De vraag of de Hettieten op de loer lagen of dat ze de Egyptenaren toevallig tegenkwamen, is lang onderwerp van discussie geweest. In eerste instantie dachten historici dat het ging om een hinderlaag, maar verrassingsaanvallen waren in die tijd niet gebruikelijk.

Ook had het leger geen infanteristen bij zich, wat je bij een aanval zou verwachten. Waarschijnlijk waren de wagens dan ook op weg naar het kamp van de farao om dat nader te onderzoeken.

Sommige historici denken dat de Hettieten de Egyptenaren niet eens zagen voor ze het bos uitkwamen. En toen het eenmaal zover was, was een confrontatie onvermijdelijk.

De wielen, speren en paarden van de Hettieten sneden dwars door de Egyptische divisie heen, die werd verpletterd onder de zware wagens. In paniek gooiden veel Egyptenaren hun boog, schild en speer van zich af en gingen er als een haas vandoor over de dorre vlakte.

VIDEO: Zo verliep de Slag bij Kadesh

Video

Buiken worden opengesneden

In het legerkamp keken de wachtposten intussen uit over de vlakte. Volgens de berekeningen van de officieren waren twee divisies te ver weg om het kamp op tijd te bereiken, maar de Ra-divisie zou er spoedig moeten zijn.

Wat de wachtposten bij de zuidelijke vestingmuur zagen, was echter totaal iets anders dan verwacht. In de verte zweefden twee stofwolken. De linker naderde het snelst, maar ook de andere werd steeds groter.

Een paar minuten later stormden de strijdwagens van de Ra-divsie het kamp binnen. Hijgend brachten de soldaten verslag uit over de aanval van de Hettieten. Voordat de Egyptenaren doorhadden wat er aan de hand was, kwamen de Hettitische strijdwagens al in volle vaart het kamp binnen.

Tenten, kisten met proviand en manschappen werden omver gemaaid. De obstakels haalden echter de snelheid eruit, en de mannen sprongen uit hun wagens om de strijd aan te gaan.

Overal lagen dode en gewonde Egyptenaren, maar de soldaten verdedigden zich zo goed ze konden. Opgehitst door de gedachte aan plunderen vochten de Hettieten zich een weg door het kamp. Maar al snel moesten ze opgeven.

Ramses’ soldaten grepen de Hettieten bij hun lange haar – de reden dat de farao hen verachtelijk ‘vrouwensoldaten’ noemde – en sneden hun buik open met één snelle haal van hun sikkelvormige zwaard, de khopesh.

Egyptenaren slaan terug

Terwijl zijn persoonlijke lijfwachten de koninklijke tent omringden, trok een geschokte Ramses zijn krijgsuitrusting aan. Buiten heerste chaos.

Een dienaar bracht de zonen van de farao naar een rustiger plek in het kamp. Hier werden ze volgens het officiële Egyptische verslag ‘gemaand om naar de westzijde van het kamp te gaan en weg te blijven van de slag’.

Intussen zette Ramses zijn hoge, blauwe oorlogskroon op. Daarna sprong hij op zijn strijdwagen en leidde het deel van zijn divisie dat mee kon komen het kamp uit om de Hettieten aan te vallen.

De vijand was in de meerderheid. Het is niet bekend hoeveel Hettitische strijdwagens er aan deze fase van de slag deelnamen, maar historici schatten het aantal op circa 500.

Farao Ramses had er ongeveer evenveel ter beschikking in zijn kamp, maar kreeg ze niet allemaal mee op zijn haastige aftocht.

De Hettitische troepen waren echter verspreid. Sommige soldaten waren op de vlucht, andere reden doelloos rond door het stoffige landschap zonder te weten waar ze nu moesten aanvallen. Bovendien waren hun paarden moe na de zware rit over de vlakte.

Strijdwagen was het hoofdwapen van Egypte

De Egyptenaren gebruikten hun strijdwagens voor plotselinge aanvallen, de Hettitische wagens maaiden de vijand omver.

Egyptische strijdwagen
© Osprey Publishing & Shutterstock

Egyptische strijdwagen

  • Bemanning: een menner en een strijder.
  • Wielen aan de achterkant.
  • Snel en wendbaar
Hettitische strijdwagen
© Osprey Publishing & Shutterstock

Hettitische strijdwagen

  • Bemanning: een menner en twee strijders.
  • Wielen in het midden.
  • Zwaar en log.

Snuivend en hijgend verloren de dieren snelheid, en Ramses en zijn troepen wonnen terrein. Met hun lichte, wendbare strijdwagens manoeuvreerden de Egyptenaren zich tussen de zwaardere wagens van de vijand.

Vertwijfeld spoorden de Hettieten hun paarden aan, terwijl ze de mannen van de farao beschoten. De bogen van de Egyptenaren hadden echter een groter bereik, en één voor één vielen de soldaten van Muwatalli. Toen er meer strijdwagens uit het Egyptische kamp bij kwamen, was de strijd beslist.

Het slagveld lag bezaaid met dode Hettieten die een pijl of speer in hun borst hadden gekregen of onder een strijdwagen terecht waren gekomen.

Egyptische infanteristen doodden de gewonden en sneden de handen van de doden af. Terug in het kamp noteerde de schrijver van de farao nauwkeurig hoeveel handen een soldaat meebracht, zodat hij kon worden betaald naar het aantal vijanden dat hij had gedood.

Koning moet zijn krijgers opofferen

Vanaf een heuvel keek Muwatalli knarsetandend toe hoe zijn krijgers tot moes werden geslagen. Hij had de pech dat zijn soldaten de Egyptenaren te vroeg waren tegengekomen.

Dat Ramses’ kleinere leger nu de overhand had op het slagveld, was niet minder dan een ramp. Als hij de strijdwagens van Ramses niet bij zijn troepen weg kreeg, zouden zijn soldaten worden weggevaagd.

De vraag was alleen wat hij kon doen – de meeste Hettitische soldaten waren al op het slagveld.

Haastig riep Muwatalli zijn naaste familieleden en militaire leiders bijeen. Prinsen, aanvoerders en stamleiders van bevriende volkeren voegde hij samen tot een speciaal leger dat onmiddellijk in strijdwagens naar het vijandelijke kamp werd gestuurd.

‘Ik, de majesteit, bepaalde wat er met hen moest gebeuren, en ik doodde hen ter plekke.’ Ramses II straft zijn eigen mannen

Moeizaam staken de wagens de rivier de Orontes over, die tussen de twee vijanden in lag, om hun weg sneller te vervolgen over de vlakte.

Net toen de eerste strijdwagens het Egyptische kamp binnenreden, kwam Ramses’ reserveleger – de Nearin – aan. Anders dan de andere divisies had deze de kustweg langs de Middellandse Zee genomen, was vervolgens met een bocht landinwaarts gegaan en viel nu aan vanuit het noorden.

Een dankbare Ramses eerde later de verdiensten van de Nearin op de wand van zijn dodentempel:

‘De Nearin dreven de Hettieten die het kamp van de farao binnenvielen uiteen, en de dienaren van zijne majesteit doodden hen.’

Wie niet werd gedood door de pijlen van de Nearin, vluchtte naar de rivier. Zover kwamen de meesten echter niet, want onderweg stuitten ze op Ramses en zijn troepen. Deze achtervolgden de vijand helemaal tot aan de Orontes, het enige toevluchtsoord van de Hettieten.

Ramses rekent af met lafaards

Velen werden meegesleurd door de stroming omdat ze zo snel geen doorwaadbare plaats vonden. Of ze zonken meteen door hun zware harnas. Wie de overkant haalde, rende of reed zo snel hij kon naar het kamp.

Aan de kleding en wapens van de doden is te zien dat Ramses niet alleen Hettitische soldaten doodde, maar ook afrekende met een aantal vooraanstaande Hettieten. Toen de strijd voorbij was, werd de farao in het Egyptische kwartier gehuldigd en gefeliciteerd met zijn overwinning.

Een tijdlang hoorde Ramses het in stilte aan. Toen ontstak hij opeens in woede en trakteerde hij zijn hoogste officieren op een ellenlange tirade over de troepen die bij de eerste confrontatie met de Hettitische strijdwagens waren gevlucht. ‘Rebellen!’, bulderde Ramses.

De uitbarsting eindigde even abrupt als hij was begonnen, en Ramses ging mokkend weer op zijn gouden troon zitten. Tot diep in de nacht bleef hij daar kniezen over wat hij beschouwde als de lafheid van zijn troepen.

De volgende ochtend wees Ramses de mannen aan die bij de botsing met de Hettitische strijdwagens op de vlucht waren geslagen. Hij liet ze opstellen voor het kamp alsof ze ten strijde gingen.

Slag bij Kadesh, vredesverdrag

Het verdrag tussen Ramses en de Hettieten werd opgetekend op een kleitablet. Het geldt als het eerste vredesverdrag ter wereld.

© Iocanus/Wikimedia Commons & Shutterstock

Het verdere verloop beschreef Ramses later zelf met morbide trots.

‘Ik, de majesteit, bepaalde wat er met hen moest gebeuren, en ik doodde hen ter plekke. Ze lagen allen tezamen voor mij op de grond, in hun eigen bloed.’

De executies vonden plaats op de open vlakte, zodat Muwatalli en zijn mannen het uit de verte konden volgen. Ramses beweerde later dat Muwatalli om die reden om een wapenstilstand vroeg.

Maar de Hettitische koning, die Ramses ongetwijfeld een wrede heerser vond, had andere redenen voor zijn verzoek. Hij had zijn beste mannen en een groot aantal strijdwagens verloren.

Bovendien hadden de Hettieten de farao nu waar ze hem hebben wilden. Hoewel de Egyptenaren de Hettieten een flinke slag hadden toegebracht, had de farao zelf ook zo veel verliezen geleden dat hij zich niet nog een slag tegen Muwatalli kon permitteren.

En zelfs al wist Ramses de troepen van de vijand uit Kadesh te verjagen, dan was hij alsnog te zeer verzwakt voor de verdere veroveringen die hem een stabiele positie in Syrië moesten garanderen.

De farao en zijn mannen moesten onverrichter zake naar huis terugkeren.

Ramses wint propagandaoorlog

Nu de Egyptenaren zuidwaarts trokken, wilden de Hettieten het verloren land heroveren en hun spierballen laten zien.

Een tijdlang achtervolgden de Hettieten de Egyptenaren en voerden ze korte charges uit. De achtervolging slaagde zo goed dat de Hettieten zelfs de Egyptische provincie Upi bezetten.

Met tegenzin moest Ramses inzien dat hij ondanks de overwinning bij Kadesh de droom om het land van zijn voorvaderen in Syrië te heroveren, moest opgeven. Wel was de farao de onbetwiste winnaar van de propagandaoorlog.

Op reliëfs en in een geschrift gaf Ramses zijn versie van het verhaal ten beste. Volgens die versie versloeg de farao de Hettieten vrijwel in zijn eentje en won hij de slag verpletterend.

Ramesseum, Ramses II, slag bij Kadesh, Luxor

Ter ere van zichzelf bouwde Ramses II onder meer de dodentempel Ramesseum bij Luxor. In de tempel wordt de Slag bij Kadesh op vele reliëfs beschreven.

© Shutterstock

Maar zo simpel lag het niet. Historici zijn het er inmiddels over eens dat de Egyptische versie met een flinke korrel zout moet worden genomen en beschouwen de slag in feite als onbeslist.

16 jaar na de gevechten bij Kadesh sloten Ramses en de Hettieten een vredesverdrag – het eerste in zijn soort. Om de verbroedering te bezegelen huwde Ramses een Hettitische prinses.

Op het verdrag volgde 80 jaar van vrede en welvaart, tot er in 1190 v.Chr. een einde kwam aan de goede tijden.

Onder meer de zeevolkeren vochten zich een weg naar Syrië en verjaagden de Hettieten. En zo begon de strijd om het meest begeerde gebied ter wereld opnieuw.

De reliëfs en verhalen van Ramses vormen echter een blijvende herinnering aan het drama bij Kadesh als gevolg van een vergissing van de Hettieten.