Shutterstock

Egyptenaren mochten geen koppen koken in de tempel

Archeologen vonden honderden geofferde valken en een mysterieus verbod bij een Egyptische tempel.

In Berenike, een oude Egyptische haven aan de Rode Zee, is een tempel gevonden van de god Horus, die vaak wordt afgebeeld als een valk.

De tempel werd rond 300 v.Chr. gebouwd, en de onderdanen van de farao offerden er flink, zo stelden de archeologen vast.

In de ruiïne werden resten van o.a. 428 valken, 98 schapen, 38 vissen, vier varkens, vier ezels, twee dromedarissen en een aantal eierschalen gevonden.

Veel van de valken bleken onthoofd.

‘Het onthoofden van valken lijkt een plaatselijk gebruik aan het eind van het offer aan de god van de tempel,’ zegt David Frankfurter, hoogleraar godsdienststudies aan Boston University.

Egypte werd rond 300 v.Chr. geregeerd door de Griekse Ptolemaeën. Daarom is de opvallende inscriptie op de stèle met Griekse letters geschreven.

© K. Braulińska

Bijzonder verbod

De archeologen deden ook een opvallende vondst bij de ingang van de tempel. De oude Egyptenaren hadden er een stèle geplaatst met reliëfs van de goden Harpocrates en Horus, vergezeld van de vermanende woorden:

‘Het is ongepast om hier koppen te koken.’

‘We denken dat de offerdieren werden gekookt voordat ze aan de god gegeven werden, misschien na het plukken,’ schrijft het team dat de opgraving verrichtte in zijn verslag.

Het lijkt erop dat het koken van de offerdieren zo stonk dat de priesters er misselijk van werden. En misschien kregen de gelovigen daarom te horen dat ze dat deel van het offerproces maar thuis moesten uitvoeren.