De aapmens Lucy stierf door stevige val
De bekendste voorouder van de moderne mens, Lucy, klom volgens nieuw onderzoek vaak in bomen. En dat werd haar fataal.

Ze was 110 cm lang, woog 30 kg en behoorde tot Australopithecus afarensis, een soort die 2 miljoen jaar geleden uitstierf. Ze liep rechtop, maar had langere armen en kortere benen dan wij.
Eigenlijk wilden onderzoekers van de University of Texas weten of Lucy in de bomen of op de grond leefde, maar ze vonden haar doodsoorzaak.
Tussen de overblijfselen van het 3,2 miljoen jaar oude fossiel lagen verbrijzelde botten.
De vele breuken waren niet geheeld, wat erop wijst dat Lucy korte tijd na het ontstaan van het letsel is gestorven.
Lucy's botten lagen bij elkaar
Het meest verrassende was dat de fragmenten niet ver uit elkaar lagen, zoals het geval was geweest als de beenderen na Lucy’s dood waren vertrapt.
Ze lagen netjes bij elkaar in Ethiopië, waar ze in 1974 werden gevonden. Omdat zelfs piepkleine botsplinters op dezelfde plek lagen als bijvoorbeeld het dijbeen, namen de Texaanse onderzoekers aan dat haar huid alles bij elkaar heeft gehouden.
Ze leefde dus toen het letsel ontstond.
Omstreden theorie
Door de kwetsuren te vergelijken met die van moderne mensen die van grote hoogte naar beneden gevallen zijn, kwamen de onderzoekers erachter dat Lucy van 12 tot 15 meter hoogte moet zijn gevallen – vermoedelijk uit een boom.
De theorie is omstreden en druist in tegen de gangbare opvatting dat Australopithecus, waar Lucy toe behoorde, op de grond leefde. De onderzoekers denken dat ze wellicht in een boom sliep voor de veiligheid.