De Azteken veroverden in de 15e en 16e eeuw grote delen van het huidige Mexico.
Maar de krijgers bemachtigden niet alleen land. Ze namen een kostbare buit mee naar huis, die ze hadden gestolen van hun vijanden.
Nu hebben archeologen het deel van de buit ontdekt dat lag begraven waar ooit het belangrijkste heiligdom van de Azteken stond, de ‘Templo Mayor’ in de hoofdstad Tenochtitlan.
De tempel werd in de 14e eeuw gebouwd en later meerdere keren uitgebreid. Het gebouw speelde een cruciale rol als centrum van de Azteekse godenverering en bloedige offerceremonies.
In 1521 werd het Azteekse rijk echter veroverd door de Spanjaarden, die de stad en de tempel met de grond gelijkmaakten.
Ze bouwden er een nieuwe stad, Mexico-Stad, en een kerk: de Mexico City Metropolitan Cathedral.
Tijdens opgravingen in de kathedraal hebben archeologen nu een stenen kist gevonden met daarin de oude oorlogsbuit van de Azteken.
Heerser offerde oorlogsbuit
De buit bestaat uit 15 stenen figuren die mensen moeten voorstellen – 14 mannen en één vrouw.
De figuren zijn typisch voor de Mezcala-cultuur, een vroege cultuur uit Guerrero in het zuiden van Mexico, vertellen archeologen van het Templo Mayor-project achter de opgravingen.
Ud over figurerne indeholdt kisten også bl.a. 186 grønne stenperler samt sneglehuse, skaller og koraller
De vindplaats vertelt ons dat de voorwerpen in de tempel werden geplaatst onder de Azteekse heerser Moctezuma I, die van 1440 tot 1469 regeerde.
Uit historische bronnen weten onderzoekers dat Moctezuma I veel volkeren rond het Azteekse rijk onderwierp – waaronder de inwoners van Guerrero.
De figuren waren toen al meer dan 1000 jaar oud en werden waarschijnlijk gebruikt als cultusbeelden op het moment dat de Azteken kwamen, zegt opgravingsleider en archeoloog Leonardo López Luján.
De Azteken offerden de oude figuren waarschijnlijk aan de goden.
‘Voor Moctezuma was het belangrijk dat de offers die werden begraven in de heilige gebieden van Tenochtitlan de rijkdom weerspiegelden van de gebieden die hij veroverde,’ schrijven de archeologen in een persbericht.