Grote steden in Mesopotamië boden veiligheid
Het laagland van Mesopotamië had geen natuurlijke verdediging, en vijanden konden dan ook ongehinderd huishouden. Rond 4000 v.Chr. bouwden de Soemeriërs daarom de eerste steden.
De huizen waren van zongedroogd kleisteen, waaruit ook hoge muren werden opgetrokken als verdediging tegen aanvallers. Hoe groter de stad, hoe beter de inwoners zich dankzij hun aantallen konden verweren. De moderne grote stad was geboren.
Boeren in Mesopotamië waren vindingrijk
De steden konden alleen bestaan doordat de landbouw veel meer mensen voedde dan er boeren waren.
Al rond 7500 v.Chr. hadden de Soemeriërs geleerd om wilde planten en granen te veredelen, en toen vindingrijke boeren kanalen vanuit de rivier aanlegden en zo het eerste irrigatiestelsel bouwden, was er voedsel te over.
Nu hoefden duizenden inwoners het land niet meer te verbouwen en konden ze andere taken verrichten.
Schrift werd ontwikkeld voor belastinginning
Het schrift werd niet ontwikkeld door priesters of dichters, maar door belastinginners.
Naarmate de steden groeiden, werd het steeds belangrijker om bij te kunnen houden hoeveel belasting de inwoners moesten betalen. Op kleitabletten kerfden ambtenaren symbolen voor schapen, geiten, graanzakken en dergelijke.

De Soemeriërs kerfden met een rietstengel in kleitabletten. Het spijkerschrift werd vooral gebruikt voor de boekhouding.
Rond 3300 v.Chr. waren er zo’n 700 tekens, die voor klanken gingen staan. Dankzij het schrift konden de Soemeriërs hun kennis overdragen.
Alles werd opgemeten in Mesopotamië
Handel, belasting en wetenschap vereisten standaardmaten van gewicht, tijd en afstand.
Hiertoe voerden de Soemeriërs een talstelsel in met 60 als basiseenheid.
Daardoor bestaat bijvoorbeeld een uur nog steeds uit 60 minuten. Daarnaast deelden de Soemeriërs het jaar in 12 maanfasen in, waarmee de kalender ontstond.
De eerste kooplui vestigden handelsroutes van en naar Mesopotamië
De steden hadden graan in overvloed, maar gebrek aan grondstoffen, zoals metaal.
Daarom zetten Soemerische kooplieden handelsroutes op naar het huidige Afghanistan, Anatolië, Egypte en Arabië.
Ze kochten koper, goud, hout, graniet en nog veel meer, en betaalden voor deze waren met landbouw-producten.
Koning wil tucht en orde
‘Als een man een andere man doodt, moet hij zelf sterven.’ Zo luidde de straf die koning Ur-Nammu rond 2100 v.Chr. op moord zette.
Hij was koning van de stad Ur, die zo groot was geworden dat er regels moesten komen voor het dagelijks leven. Het was de eerste wettekst ter wereld, die bijvoorbeeld diefstal, moord en seks met andermans slaaf strafbaar stelden.
Mesopotamië was het eerste rijk
In Noord-Mesopotamië lag Babylonië, waar de Akkadiërs woonden.

Koning Sargon dwong de koningen van de Soemerische stadstaten zich aan hem te onderwerpen.
Die hadden eeuwenlang zij aan zij met de Soemeriërs geleefd en veel van hen overgenomen, maar rond 2350 v.Chr. had de Akkadische koning Sargon I er genoeg van om slechts een van de vele vorsten te zijn.

Sargon I
Hij onderwierp de Soemerische stadstaten en creëerde zo het eerste rijk ter wereld.